ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Richard D. James, de verloren zoon van de elektronische muziek, viert zijn comeback op de dansvloer. Ondanks de donkere ondertoon (noem Syro gerust maar zijn break-up album) is dit een clubplaat. Virtuoos, opzwepend, vol dansbare beats en sonische grapjes. De lijn naar de malle psychedelica van The Tuss (zijn laatste teken van leven in 2007) is snel getrokken. Funky is misschien niet het juiste woord, maar een groove heeft hij hier zeker te pakken. Hij freakt er vrolijk op los. Syro is één groot geluidsdesign. Vintage en hypermodern tegelijk. Breed uitgerekt en tot een brute acidknetter in elkaar gedrukt. Wat diep in het geluidsbeeld verborgen ligt, treft je een paar tellen later recht in het gezicht, zij het zonder de shock and awe tactics van weleer. Minipop 67 (onder de fans bekend als ‘Manchester track’) opent melodieus en is meteen een hoogtepunt. Xmas Eve (‘Metz track’) zit zo propvol dat we zelfs kerkklokken en bongo’s horen. 180db is dan weer een opvallend effectieve kale dj-track. Voorbij de helft worden de bpms opgevoerd, de acidlijnen driftiger en de ritmes complexer. Op het eind buitelen junglebeats over elkaar heen en stuitert de bas er malicieus achteraan. PAPAT4 (‘Singapore track’) is hier een tweede hoogtepunt. Waarna Richard zich achter zijn disklavier zet en alles van zich laat afglijden in Aisatsana. Als de laatste pianoklanken afsterven fluiten de vogels buiten nog even door. Het is lente. Een nieuw Aphex-jaar kondigt zich aan. Een lichte tinteling. En dan? Pakt hij je bij de ballen? Met beide handen.