ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Maar zoals ik in de recensie van voorganger Transference (2010) al schreef: het is misschien wel goed zo. Spoon is er niet voor de massa en de massa is er niet voor Spoon. Tenminste, ik zou geen geschikte massa weten. Ondertussen is er dus They Want My Soul, opnieuw van voor tot achter een typische Spoon-plaat. Tien niet al te hapklare songs in dik een half uur, weinig tot geen flauwekul (al is de cover van I Just Don’t Understand, in 1961 een hitje voor zangeres/actrice Ann-Margret, duidelijk een vreemde, Brits aandoende eend) en andermaal een hoofdrol voor die prettige gruisstem van Daniel. Belangrijkste verschil met Transference is het vollere geluidsbeeld, ongetwijfeld het gevolg van het inlijven van een nieuw bandlid, toetsenman Alex Fischel. Even wennen voor wie, zoals ik, fan was van de tot op het allernoodzakelijkste bot gestripte Transference-sound, die inderdaad wel zo’n beetje de ondergrens had bereikt: meer dan wat auditieve versiering kon je ‘t niet noemen wat zich rond Spoons gestaalde fundament van bas, drums en stem bevond. Maar het wezen van de groep wordt hier nergens aangetast: de drive, de funk, de hooks, de eenvoud, de melodieën, de discipline – alles doet ‘t nog en een leven zonder krakers als Rainy Taxi, Do You en het heerlijk duwende en stuwende Outlier kan ik me nú al niet meer voorstellen. ERIK VAN DEN BERG