ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Vier jaar later brengt het duo een saluut aan de stad en de geheimen die zij herbergt en lijkt Moffat (42) weer terug op het pad van Arab Strap, zwervend langs rumoerige clubs, uitgestorven kroegen, naar pis stinkende steegjes en onbekende bedden. Sir Drinksalot, Sir Flirtsalot, Sir Tugsalot; the libidinous paterfamilias, a concupiscent piss-pot’ is terug! De koning van de nacht (‘Her doors are open, her legs are spread’) die ontwaakt met ‘hammers in yer head and holes in yer heart’. In de spiegel ziet hij ‘just another fat, drunk dad in trainers, who likes a drink and hates buying clothes’. Maar hé, ‘better grey hair than nae hair!’ En daar gaat ie weer, op weg naar de volgende gebroken belofte en de volgende nacht om snel te vergeten. Moffats rauwe poëzie wordt getoonzet op broeierige nachtclubjazz (met Wells op de kruk in een hoekje naast de bar), gospel, easy listening, basale electrobeats en, als de geest echt uit de fles is, Bad Seeds-achtige voodoorock (Lock Up Your Lambs). Stadsdichter Moffat excelleert in afsluiter We’re Still Here, een virtuoze ode aan de stad in verval: ‘The chippy fried, the launderette dried, the boozer sunk its beer, the electrician has blown a fuse, but we’re still here.’ Gelukkig maar.