ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Nog zo’n no brainer uit de begindagen. De gemompelde woorden aan het begin van Girls Of Summer zijn trademark Arab Strap: ‘We’re sitting drinking fruity alco-pops from pint glasses with ice and watching the girls of summer. With their bare legs and trainers and the white strap lines from yesterday’s top beneath today’s blowing across their peeling shoulders when they wait at the bar.’ Het is de tijd dat de jonge Schotten hun tijd verdelen tussen de birds aan de bar en de boys in de band. Liefst meegaand aan de bar en moeilijk en onhandelbaar op het podium.
Girls Of Summer laat ondubbelzinnig horen waar het muzikale hart van de Schotten ligt: bij de Amerikaanse undergroundrock van vóór de grunge-explosie, liefst met een fuzzbox en een rempedaal. Slowcore noemden we dat destijds, de trage, slepende, vaak repetitieve gitaarmuziek van Slint, Codeine, Bedhead en Gastr Del Sol (voorheen Bastro, op zijn beurt net als Slint weer voortgekomen uit noiseband Squirrel Bait), waarover even vaak gesproken als gezongen werd. Arab Strap trekt de formule tot in het extreme door, het is bijna een pastiche, met Moffat als nachtdichter, Malcolm als lo-fi Mark Knopfler en een monotoom doortikkende drumcomputer als bandleider die de gammele boel bij elkaar houdt. En het soms laat varen, zoals in de zinderende noisefinale van Girls Of Summer – met de vriendelijke groeten van Mogwai, die andere Glasgow-band die in die tijd opkomt en de trommelvliezen teistert. Vooral live kan Girls Of Summer vervaarlijk exploderen, zo bewijst deze opname van Mad For Sadness (een van de beste livealbums in mijn platenkast. Alleen It’s Alive van de Ramones sla ik hoger aan).
Samen met Mogwai, Belle And Sebastian en Delgados vormt Arab Strap in de tweede helft van de jaren negentig de voorhoede van de Schotse indiescene. De banden zijn hecht. En vurig. Moffat leent zijn donkere stem aan R U Still In 2 It van Mogwai-debuut Mogwai Young Team, op opvolger Come On Die Young is Waltz For Aidan aan hem opgedragen. Stuart Murdoch zingt op The Boy With The Arab Strap over ‘the boy with the filthy laugh’, met wie hij Aidan bedoelt, wat een tijd lang voor een wat ruzie-achtige sfeer zorgt tussen Belle And Sebastian en Arab Strap. The Delgados zijn vooral belangrijk om hun werk achter de schermen bij het Chemikal Underground-label en het productiewerk van drummer Paul Savage, die zo’n beetje alle lokale bands op weg helpt. In de Schotse ‘indiesupergroep’ The Reindeer Section komt het hele zootje samen, dan ook met navolgers Idlewild en Snow Patrol.
Gezellig? Mwoi. Aan de bar vallen ook geregeld klappen. Tot zeker driemaal toe wordt Aidan wakker in een politiecel. Maar dat heeft meer met de drank dan met zijn collega’s te maken. Niettemin maakt hij in die tijd zo’n beetje iedereen in de Britse muziekscene uit voor rotte vis in de bladen. Zelfs Mogwai moet het op den duur ontgelden. ‘Fuckin’ shit rip-off wee cunts! Fuckin’ Slint rip-off cunts!’ sneert hij tegen het blog Chemical Nation. The Beta Band? ‘Comedy! Dressin’ up as pigs an’ stuff.’ Nee, liever spiegelen Malcolm en hij zich aan hun Amerikaanse collega’s, zoals eerdergenoemde slowcorebands en lo-fi barden Bill Callahan (Smog) en Will Oldham, twee namen die regelmatig aangehaald worden in de recensies van hun eerste platen. ‘Ook die muzikanten worden als deprimerend ervaren, maar ik vind hun platen komisch’, zegt Aidan daarover in zijn eerste OOR-interview ten tijde van tweede album Philophobia (1998). ‘Ze zijn niet zo gemakzuchtig als een band als Radiohead. Die lui van Radiohead denken dat ze heel intelligent zijn, maar wat een slechte grap is dat stelletje idioten.’
Dat jullie ‘t weten, als jullie straks zondag op Best Kept Secret bij de verkeerde band staan te kijken. Nee, de Aidan Moffat van Girls Of Summer, de angry young poet aan de bar, discussieert liever over zijn favoriete platen van Smog en Palace Music, dan resp. Julius Caesar en Arise Therefore, waarop Will Oldham opeens een drumcomputer gebruikt. Volgens vele fans is het (daarom) juist zijn minste plaat, Aidan redeneert precies tegenovergesteld. Als ik hem in 2001 over vierde Arab Strap-plaat The Red Thread spreek, zegt hij: ‘Ik vind dat juist een geweldige plaat! Er staat een aantal van mijn favoriete Will Oldham-songs op, zoals You Have Cum In Your Hair And Your Dick Is Hanging Out, dat is een briljant liedje! En niet alleen om de titel. Het laatste liedje van die plaat [The Weaker Soldier] vind ik ook geniaal. Het is een van mijn favorieten aller tijden. Heb je de nieuwe Bonnie ‘Prince’ Billy al gehoord? Die is ook weer heel goed.’
Waarom de combinatie van akoestische instrumenten en een kale drumcomputer hem zo bevalt, vraag ik. Aidan: ‘Ik houd van het contrast tussen de machinerie en de warme klank van de echte instrumenten. Ze zouden elkaar logischerwijs niet moeten aanvullen, maar op de een of andere mysterieuze wijze doen ze dat bij ons, en ook op die plaat van Will Oldham, juist wel. Je krijgt een heel rijk geluid van oude analoge drummachines, dat is cruciaal. Die drummachines waren niet bedoeld om te klinken als echte drums. Dat geeft ze een heel rijk geluid, soms veel rijker en effectiever dan echte drums. De diepte van de bassdrum en het klappende geluid van de snare, dat doet geen enkele drummer zo’n machine na. Nee, doe mij maar zo’n doosje, al vind ik het nog steeds een heel gehannes. Malcolm is daar handiger in dan ik.’
Aidan Moffat (spiegel) en Malcolm Middleton, het glas zoals altijd halfleeg
Een van de laatste keren dat ik Malcolm Middleton spreek, is in de tuin van Hotel Vondel in Amsterdam, op mijn verjaardag nog wel, lees ik in mijn notities. 13 mei 2005. Een mooi cadeau van de sympathieke platenfirma De Konkurrent, distributeur van Chemikal Underground en dus ook de platen van Arab Strap. Hét gesprek van de dag in een wereld met alleen maar leuke mensen is dan de reünie van Slint en Dinosaur Jr. Beide moeten dan nog naar Nederland komen. Aidan is pas naar de reünieshow van Slint geweest, vertelt Malcolm. Ze speelden Spiderland nagenoeg integraal. Hij twijfelt of dat een goed teken is. Eigenlijk wantrouwt hij per definitie elke reünie. Geld is het enige motief, is zijn stellige overtuiging. Toch is hij wel nieuwsgierig naar het herenigde Dinosaur Jr, met Lou Barlow en Murph terug op het oude nest. Zijn voorkeur gaat uit naar de eerste twee albums, Dinosaur (1985) en You’re Living All Over Me (1987), maar zelfs op Green Mind (1991) staan nog wel een paar goede nummers, vindt hij. Voordat hij de Amerikaanse underground ontdekte, luisterde hij op zijn jongenskamer in Falkirk naar hardrock en metal: ZZ Top, Van Halen, AC/DC, Metallica. Er was geen alternatief voor een puisterige Schotse puber in de provincie in de grauwe jaren tachtig.
Op de cd Acoustic Request Show – een in kleine oplage uitgebrachte en zelf verspreide registratie van een akoestische set in stamkroeg Nice ‘N’ Sleazy in Glasgow – doet Arab Strap een cover van AC/DC’s You Shook Me All Night Long; eerder coverden ze al Why Can’t This Be Love van Van Halen (op The Shy Retirer E.P. en ook de al even gelimiteerde eigenbeheer live-cd The Cunted Circus met band).
Malcolm een hardrocker? Met een spijkerjackie onder dat rossige haar en die droevige ogen? Het is moeilijk te geloven. Aidan lust er ook wel pap van, verklapt Malcolm met een glimlach. ‘Aidan heeft een geweldig idee voor een coverband. Een band met alleen vrouwen. ZZ Topless. Briljant! Ik zou gaan kijken, ik hou van ZZ Top en ik hou van borsten.’ Konkurrent-vertegenwoordiger René, ondertussen aangeschoven: ‘Ik zou ook zéker gaan kijken. Ik hou niet van tieten, maar ik ben gek op ZZ Top!’ Lachen. Ja echt, ik heb Malcolm zien lachen.
Het gesprek komt op de Ramones. Malcolm heeft net de dvd Raw via internet besteld. Die zal op z’n deurmat liggen als hij thuiskomt (maar eerst moet hij nog langs België en Duitsland om zijn tweede soloplaat Into The Woods te promoten). Hij vraagt of ik de dvd van Metallica heb gezien. Some Kind Of Monster, dan net uit. ‘Ge-wel-di-ge documentaire!’ Die scène dat ze met z’n tweeën in de studio zitten. Lars en die ander. Ze vertrouwen elkaar voor geen meter. Verlaat de één de studio, zegt hij tegen de ander: En álles zo laten zoals het is, hè. Niks meer veranderen! Van die knoppen afblijven! Waag het niet om iets te maken als ik er niet bij ben! NIET DOEN! Precies Aidan en ik… hahaha! We zijn net zo erg als die lui van Metallica!’
Girls Of Summer heeft nooit een regulier studioalbum gehaald. Het nummer is afkomstig van The Girls Of Summer E.P. (1997), met ook Hey!Fever (een soort reprise van het refrein van The First Big Weekend), The Beautiful Barmaids Of Dundee en One Day, After School. De eerste drie zijn te vinden op de cd Singles, destijds gelimiteerd verkrijgbaar in de luxe boxset Scenes Of A Sexual Nature. De meisjes op de voor- en achterkant van de EP staan, in true Arab spirit, met naam en toenaam vermeld. Arlene, Anne-Marie en Morag. Als trofeeën uit een pub in Soho en Pennies Nightclub.
Lees ook:
Pt. 1: The First Big Weekend (donderdag 8 juni)
Pt. 3: New Birds (zaterdag 10 juni)
Pt. 4: Cherubs (zondag 11 juni)
Pt. 5: Fucking Little Bastards (maandag 11 juni)
Pt. 6: Here We Go (dinsdag 12 juni)
Pt. 7: The Greatest Story Ever Told (woensdag 13 juni)
Pt. 8: A New Heart (donderdag 14 juni)
Pt. 9: The Parting Song (vrijdag 15 juni)
Pt. 10: Piglet (zaterdag 16 juni)