Black Sabbath en ballet? Dat is zo’n beetje de meest onlogische combinatie denkbaar, zou je zeggen. De legendarische heavy metalband uit Birmingham gaf toch echt het goedkeuren aan Black Sabbath The Ballet, een stuk op hun muziek, met hun levensverhaal. Dat wordt binnenkort in Rotterdam opgevoerd door de top van de balletwereld: The Birmingham Royal Ballet. Waarom dat een goed idee is, vertelt Tony Iommi zelf.
Bloedmooi en duizelingwekkend goed zijn ze, de dansers van The Birmingham Royal Ballet. OOR krijgt een voorproefje in de eigen balletzaal van het gezelschap. Het is een doordeweekse dag in mei en in Birmingham, toch al niet de meest vrolijke stad, is de lucht die we door de metershoge ramen zien grijs. Erg? Niet hier, niet nu.
Deze dansers hebben het naar hun zin, omdat ze een stuk repeteren dat ze al een tijdje niet gerepeteerd hebben. In Rotterdam wordt Black Sabbath The Ballet voor het eerst buiten de eigen landsgrenzen opgevoerd. Dat zorgt zo te zien voor kriebels. Bij de dansers, bij de regisseurs. In Engeland werd het stuk al gespeeld: volle zalen, laaiende recensies. Dan is het lekker om zoiets weer op te pakken.
Hup, wéér zwiert er een koppel door de zaal. Of wordt er een scene opgevoerd door zes, acht, tien dansers tegelijk. En dan zit er nu niet eens het orkest bij, zoals het dat in Rotterdam wel zit. Straks, in het enorme Nieuwe Luxor Theater, klinken de klassiekers als Paranoid en Iron Man op volle symfonische sterkte.
De klasse spat ervanaf, al is het al een paar uur net alsof we in een film zijn beland. Als de repetities erop zitten, wordt er geklapt. Maar geklapt wordt er ook als OOR – met De Telegraaf – schoorvoetend de zaal binnen komt. ‘Please welcome our guests’, roept de regisseur dan. Waarna alle dansers zich omdraaien. Álle.
Een dag later, na een diner met enkele van deze dansers en de zakelijk directeur in een deftig restaurant in de luxe wijk van de stad, zit in een vergaderhok van het balletgezelschap Tommy Iomi zelf. Hij, 76, wordt gezien als de grondlegger van het heavy metal-gitaargeluid.
Artistiek directeur Carlos Acosta en Black Sabbath-gitarist Tommy Iomi.
Iommi blijkt oud en klein, maar ook vriendelijk en scherp van geest. Hij neemt OOR zelfs doodleuk in de maling. ‘Interview? Welk interview? Ik wil net gaan. Sorry, ik heb geen tijd.’ De PR-dame kijkt meteen benauwd. OOR kijkt benauwd. Na een dag in Birmingham, wandelend langs allerlei Black Sabbath-plekken, is dit gesprek namelijk de climax van de hele trip. Want: wat vindt de grote Tony Iommi hier zelf van? En wat zou Ozzy Osbourne hier van vinden? En: hoe gaat het eigenlijk, met de band, en met Iommi zelf?
Black Sabbath is in ieder geval heilig verklaard, in eigen stad. De kroeg waar de band voor het eerst speelde staat weliswaar treurig leeg, maar verder zijn er volop plekken te bezoeken. Met als hoogtepunt een bankje waar je op de foto kunt, bij de Black Sabbath-brug, midden in de stad. Er zitten locals op als we daar arriveren, maar die stuiven meteen weg. Zo te zien weten zij meteen wat onze bedoeling is. ‘Je wil zeker een foto nemen?’ Black Sabbath: iconen dus.
Natuurlijk weet Tony Iommi, meester op de gitaar, van het interview, zegt hij dan lachend. Hij knijpt in de arm van de PR-dame. ‘Het was maar een geintje. Zou ik misschien nog een glaasje water mogen?’ Zo steekt hij alsnog van wal, waarbij er meteen een probleem opduikt voor de lezer die nu alles wil weten over het ballet: Iommi heeft zoveel meer te vertellen dan dat.
‘Goed, goed. Maar de afgelopen maanden had ik een beknelde zenuw. Dat was pijnlijk, zeg! Godzijdank gaat het nu, durf ik te zeggen, beter. Ik heb wel heel veel injecties gekregen, en pillen. Daar werd ik heel vaag van. Ik moest er echt mee stoppen.’ Lachend: ‘Het deed me denken aan de beginjaren.’
We hebben net de stad verkend. Het is Black Sabbath overal, in Birmingham! U bent hier een levende legende.
Bescheiden: ‘Dat is geweldig, echt waar. Kijk, we komen hier vandaan en we hebben veel voor Birmingham gedaan. Maar eerlijk gezegd wisten veel mensen in de jaren zeventig niet eens waar Birmingham lag. Ja, Birmingham, Amerika. Dat wel. Ze zeiden: waar kom je vandaan? O, Birmingham! Alabama! O nee, zeiden wij dan: Engeland!’
‘Dan zeiden mensen vaak: is het dan een wijk van Londen? Eh, nee… Kijk, Birmingham is nu goed voor ons. Maar in de beginperiode was dat niet zo, hè. Onze muziek was hier taboe! Maar nu zijn de mensen hier fantastisch. Ze steunen ons echt.’
De stad moest dus eerst niets van Black Sabbath hebben? Te hard, te anders zeker?
‘Nou, het was moeilijk, want in die tijd, in de jaren zestig, eind jaren zestig, was onze soort muziek duidelijk niet welkom. Mensen wisten gewoon niet wat het was. Ze vonden het maar raar. Daarom bleven ze bij ons weg. En daardoor konden wij niet echt spelen. Er was gewoon geen plek om op te treden! Het meeste spul was soul, dansmuziek.’
‘Er waren wel een paar bluesclubs en we speelden dus in een bluesclub. Maar dat was het dus echt. Daarom gingen we al zo snel naar Europa. Dan deden we tien dagen Duitsland, of Zwitserland, of waar we dan ook welkom waren. Veel, heel veel Europa. Paradiso in Amsterdam bijvoorbeeld ook. En dat was heel fijn. Zo kwamen we uiteindelijk al snel overal.’
Dat het wilde jaren werden, is al volop gedocumenteerd. Zou de rockheld die u toen was ja hebben gezegd tegen een balletvoorstelling?
‘Het zou niet eens in mijn hoofd zijn opgekomen. Het is zo raar. Ik bedoel: het is, of was, een wereld van verschil. Voor mij. Ik was nog nooit naar een ballet geweest. Ik wist niets van ballet. Het was gewoon niet, weet je, mijn wereld. Maar: het mooie is dat ik er alsnog kennis mee heb gemaakt. En ik ben er nu dol op. Ik hou er echt van.’
‘Ik hou ook heel erg van de houding van de dansers. Ze lijken vastbesloten dit te doen. Dat is dezelfde houding die ik had in de band. We waren vastbesloten om onze muziek te maken, ook al vonden de mensen die muziek in het begin niet leuk. Maar we hadden de vastberadenheid om door te ploeteren. Omdat we erin geloofden.’
En de rest van de band is het er mee eens? Ozzy bijvoorbeeld? Wat vindt hij?
‘Ik sprak uiteraard eerst met de andere jongens. Per mail, per telefoon. Ze hadden vooral zoiets van: huh, wat… ballet? Dat was ook Ozzy’s reactie. We sturen elkaar vaak mails, door het tijdsverschil. Maar de anderen hebben het eigenlijk echt aan mij overgelaten. Ik ben zelf naar de zaal geweest, omdat het gezelschap wilde dat ik kwam kijken naar enkele repetities van de band die ook in de show zit, bij het orkest. Ik raakte absoluut onder de indruk van wat ze deden. Gewoon fenomenaal.’
Het ballet is de enige manier om nog een beetje dichtbij het gestopte Black Sabbath te komen. Of zit er nog een laatste liveshow in, zoals Ozzy hoopt?
‘Dat denk ik niet. Het is een leuke gedachte, maar weet je: we zijn nu allemaal 76. En niet iedereen verkeert in de beste gezondheid. Ik weet het niet. Ik zie het niet gebeuren. Ik weet dat Ozzy nog een show wil doen, maar zo gemakkelijk is het niet. Het is allemaal gemakkelijk om erover na te denken, maar fysiek is het veel werk.’
BLACK SABBATH – THE BALLET, gepresenteerd door Holland Dance Festival, is 12 t/m 15 juni te zien in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam. Er zijn nog kaarten te koop.