Postpunk. Misschien wel het ruimst vallende containerbegrip in de alternatieve muziek van vandaag de dag. Postpunk is populair en postpunk is alomtegenwoordig. Goed moment, vonden we, voor een even eigenwijze als betrouwbare OOR-lijst. Je vindt ‘m in de postpunkspecial en hier op OOR.nl. Vandaag: de nummer 1 die je wist dat zou komen.
Fotografie Roy Tee
De koppigheid van de Londense band indachtig zullen ze zelf de kwalificatie ‘postpunk’ voor eeuwig honend wegwuiven, maar 154 – hun derde album, vernoemd naar het aantal optredens dat ze tot dan toe hebben gedaan – bevat postpunk in misschien wel de meest strikte zin van het woord. Sterker nog, Wire is al postpunk voordat punk – de oervorm – goed en wel dood is en überhaupt een prefix verdraagt.
Kunstacademiestudenten Colin Newman (zang/gitaar), Bruce Gilbert (gitaar), Graham Lewis (bas/zang) en Robert Gotobed (drums) vallen in 1977, ten tijde van hun eveneens veelgeroemde debuut Pink Flag, nog binnen het punkidioom, maar wijken dán al af. Anders gezegd: ze staan dwars op het van nature al dwarse, maar dan zonder opnieuw bij ‘conventioneel’ uit te komen. Wire’s muziek klinkt gecontroleerd, schetsmatig, minimalistisch, innovatief en soms behoorlijk abstract. Terwijl het gevoel voor pop geen moment wordt verloochend.
Ten tijde van hun tweede album Chairs Missing (1978) heeft Mike Thorne zich opgewerkt tot wat George Martin voor The Beatles en Brian Eno voor David Bowie, Talking Heads en U2 is: niet alleen producer, maar ook arrangeur, ideeënman, coach, geluidshervormer en zelfs – via zijn prominente synthesizerspel – semi-bandlid. Zodoende wordt er op Chairs Missing nadrukkelijk met vorm, klankbeeld, sfeer en structuur gestoeid, al gaat dat niet ten koste van de toegankelijkheid: met Outdoor Miner wordt in het thuisland zelfs een hit gescoord.
Chairs Missing is de opmaat naar het eveneens door Thorne geproduceerde magnum opus 154, een voor die tijd ongekend spannende en vindingrijke plaat met veel aandacht voor detail, waaraan volstrekt niet af te horen is dat het tijdens de opnames al flink rommelt in de band. De factoren ‘pop’ (lees: Colin Newman) en ‘experiment’ (Bruce Gilbert en Graham Lewis) groeien langzaam uiteen en volgens de overlevering is de uiteindelijke tracklisting van 154 een kwaadschiks tot stand gekomen compromis. Het doet allemaal niets af aan de tijdloze kwaliteit van de plaat.
In de uitgebreide liner notes bij een 3cd-heruitgave van 154 uit 2018 – inclusief boekwerk van tachtig pagina’s – lezen we iets over het muzikale klimaat waarin de plaat geboren wordt. ‘In het Verenigd Koninkrijk was Wire veel te clever voor de punkscene en veel te arty om new wave te zijn. Ze kregen echter een warm welkom in Nederland, België en Duitsland, landen waar streng intellectualisme en experimenteerzucht niet werden afgekeurd.’ Want ja, ‘intellectueel’ kun je de band wel noemen, zeker op tekstueel niveau, zo verzucht ook de bekende Engelse publicist en chroniqueur Jon Savage in diezelfde liner notes.
Maar, zo citeert hij zijn eigen recensie van destijds, ‘ondanks de aard van hun aanpak en de mogelijke valkuilen ligt de grote kracht van Wire in hun strikte popgevoeligheid. En hun scherpe mix van het rauwe én het verfijnde, van het sinistere én het aantrekkelijke en van frisse onervarenheid met voldoende expertise en subtiliteit. Een zeldzame, aantrekkelijke en raadselachtige mix.’
OOR’s Paul Evers – wie anders – merkt in zijn recensie in 1979 nog eens op dat Wire ‘vanuit de losbandigheid van de punk een volmaakt eigen startpunt vond’ (hoe postpunk wil je ’t hebben) en zo een innerlijk proces in gang kon zetten, ‘een manische betrokkenheid bij de eigen manier van werken, wars van uitgekauwde vormen, structuren en melodieën.’
En nee, we gaan geen losse nummers noemen, want zoals Evers in 1979 al schrijft: ‘Het is onverstandig om de plaat tracksgewijs aan stukken te scheuren; de coherentie, durf en vastberadenheid maken Wire tot een bijzondere groep.’
Tot slot: hóe bijzonder Wire is, dat maakt de Nederlandse publicist Harry Prenger nog eens subtiel duidelijk in zijn boek Postpunk Heden En Verleden (2021). De drie periodes 1977-1978, 1979-1982 en ‘heden’ krijgen keurig een hoofdstuk, maar dan volgt er nóg een, getiteld Hors Categorie. Het gaat slechts over één band.
Kijk hier voor de volledige Postpunk Top 100.