Patti Smith is zangeres, dichter, verteller, auteur, fotograaf, activist en boven alles mens. Niet alleen de generaties die opgroeiden in de jaren na de Tweede Wereldoorlog – de hippies en de punks en de grunge adepten – maar ook jongeren van de 21ste eeuw die geen wereld kennen zonder internet, herkennen in haar een icoon van vrijheid en onafhankelijk denken. Patti Smith is van haar tijd en staat daar boven, of eigenlijk buiten. Patti Smith is tijdloos.
Geboren in Chicago op 30 december 1946 tijdens een sneeuwstorm en opgegroeid in een armlastig arbeidersgezin in het zuiden van New Jersey, koopt Patti Smith op 3 juli 1967 een buskaartje naar New York. Enkele reis, ze zoekt een toekomst.
In een fascinerend BBC-programma uit 1972 – West Side Stories with Jonathan Miller, te zien op YouTube – vertelt een 20-jarige Patti Smith over die keuze. ‘Waar ik ook woonde, ik was altijd een buitenstaander. Ik zag er anders uit dan de rest van het gezin. Ik voelde me vreemd. Ik had nooit vrienden, of vriendjes. In New York veranderde mijn hele leven.’
Ze slaapt eerst in parken of op straat, omdat haar contact in New York blijkt te zijn verhuisd. Vanaf augustus 1969 woont ze in het Chelsea Hotel waar de dichter Dylan Thomas ooit verbleef, want ze wil de plekken zien ‘waar de grote jongens rondhingen’. Daar treft ze William Burroughs en Gregory Corso.
Voor geld vertelt ze gefantaseerde verhalen aan ‘rich boys’, die haar met respect behandelen; ze voelt zich mooi. Ze werkt in een boekhandel om haar vriend, de onbekende fotograaf Richard Mapplethorpe, te onderhouden.
Ze leest Europese dichters, schrijft gedichten en af en toe over rock & roll voor de Rolling Stone of Creem, staat op het toneel in experimenteel theater. Haar beeld van New York is gevormd door het werk van schilders als Willem de Kooning, Jackson Pollock en Piet Mondriaan. Ze vindt er – in haar woorden – the romance of dirt.
In haar eerste kamer voor zichzelf zijn foto’s van dichters tegen de muur geplakt. Er slingeren boeken en een langspeelplaat, het debuut van Bob Dylan. ‘In New York hoef je geen kunstenaar te zijn om het te maken. Je kunt het maken door een persoonlijkheid te zijn.’
Wat is de ware aard van het werk van een kunstenaar? Daarover schrijft Patti Smith in The New Yorker van 14 december 2016, twee weken voor haar zeventigste verjaardag: ‘Waarom verplichten we ons aan het werk? Waarom treden we op? Dat is vooral voor het vermaak en de transformatie van het publiek.’
Patti Smith is een sjamaan.
Piss Factory (B-kant single, 1974)
‘Mijn eerste ambitie was om poëzie te verlevendigen. Ik ging vaak met Gregory Corso naar poëzievoordrachten en die waren extreem saai. Ik vroeg Lenny Kaye om met zijn gitaar landschappen van geluid te maken waarover ik mijn gedichten kon voorlezen.’
Op 10 februari 1971 treden ze op in St Mark’s Church in-the-Bowery. Poëzie met gitaar? Dat wekt weerstand bij puristen, denk Dylan die elektrisch gaat.
Bij Smith en Kaye voegt zich pianist Richard Sohl (1953-1990), de grens tussen poëzie en muziek vervaagt. Met Sohl op piano en Kaye als producer nemen ze op 5 juni 1974 in de Electric Lady-studio twee nummers op. Het is het terrein van haar held Jimi Hendrix. De single verschijnt vijf maanden later in eigen beheer. Gave exemplaren doen inmiddels meer van 400 euro.
De A-kant is een cover van Hey Joe, de debuutsingle van Hendrix. Hij loopt als een rode draad door haar loopbaan. Ze noemt hem in Rock N Roll Nigger uit 1978. Are You Experienced? opent Smith’s coveralbum Twelve uit 2007. In Electric Lady neemt ze haar eerste plaat, Horses, en laatste, Banga (2012), op.
Gloria: In Excelsis Deo (van Horses, 1975)
Met gitarist Lenny Kaye staat Patti Smith sinds 1971 op het toneel. Het ritmisch voorlezen gaat langzaam over in zingen. ‘Jesus died for somebody’s sins, but not mine’ declameert Smith. Kaye speelt drie akkoorden. ‘Is er een liedje met die akkoorden?’, vraagt Smith. ‘Duizenden’, lacht hij. ‘Welke dan?’ Kaye speelt Gloria, de sixties-klassieker van Them. ‘Het gebeurde allemaal heel organisch.’Lenny Kaye stelt in 1972 de dubbelaar Nuggets samen, een compilatie van 24 garagerocknummers uit de jaren zestig. Die muziek is op dat moment geheel vergeten, een relict uit een vervlogen tijd.
Punk is de garagerock van de jaren zeventig. ‘I loved rock & roll, loved it. Ik ben er mee opgegroeid, heb er op gedanst, naar geluisterd, op gedagdroomd. Rock & roll was te corporate geworden. Ik wilde de deur open trappen. Ik wilde ruimte maken voor nieuwe mensen. Ik wilde rock & roll terugbrengen naar zijn wortels, naar het publiek.’
Gloria: In Excelsis Deo opent haar debuutalbum Horses. Het verschijnt in november 1975.
Land: Horses/Land Of A Thousand Dances/La Mer(de) (van Horses, 1975)
Er loopt een directe lijn van de Franse bohemiens uit de negentiende eeuw naar de Amerikaanse beatnik-auteurs – William Burroughs, Jack Kerouac, Gregory Corso, Allen Ginsberg – van de twintigste eeuw. En er loopt een directe lijn van de beatniks naar de hippies en van de hippies naar punk.
Patti Smith trekt die lijn strak.
Land: Horses/Land Of A Thousand Dances/La Mer(de) is het hart van Horses. Het is ook de archetypische Patti Smith-track: een waterval van woorden – freestyle, stream of consciousness – mengt zich met drie-akkoorden-garagerock. De Johnny van Land is een elckerlyc, een everyman, een Johnny B. Goode. ‘Go Rimbaud go Rimbaud go Rimbaud /And go Johnny go and do the Watusi.’ Johnny zal 22 jaar later weer opduiken in Memento Mori.
‘Ik denk dat ik een geboren performer ben, een geboren communicator.’
The Revenge Of Vera Gemini (van Blue Öyster Cults Agents Of Fortune, 1976)
In de eerste helft van de jaren zeventig heeft Smith een relatie met Allen Lanier, toetsenman van Blue Öyster Cult. Hij componeert de muziek van Elegie, het slotnummer van Horses.
Blue Öyster Cult is een ‘literaire’ rockgroep die hardrock voor intellectuelen maakt. Voor de band schrijft Smith songteksten: Baby Ice Dog (van Tyranny And Mutation, 1973), Career Of Evil (van Secret Treaties, 1974), Debbie Denise (van Agents Of Fortune, 1976), Fire Of Unknown Origin (van Fire Of Unknown Origin, 1981), Shooting Shark (van The Revölution By Night, 1983). En Vera Gemini.
The Revenge Of Vera Gemini, dat ze zingt in duet met drummer en co-componist Albert Bouchard. Ze geeft hem het gedicht op diens verjaardag, 24 mei, tevens de verjaardag van Bob Dylan voor wie Smith het eigenlijk had geschreven.
Ze heeft iets met verjaardagen. ‘Het is de dag dat we op aarde kwamen.’ Zo stuurt ze de schilder Willem de Kooning jaarlijks een kaartje. Als ze aan hem wordt voorgesteld, reageert die: ‘Oh, that’s you.’
Because the Night (van Easter, 1978)
Als Bruce Springsteen Because The Night – een lied over liefde, overgave en overgave aan liefde – opneemt tijdens de sessies voor Darkness On The Edge Of Town, realiseert hij zich dat er iets ontbreekt, de blik van de andere kant, het vrouwelijke perspectief. Op suggestie van Jimmy Iovine, producer van Easter en studiotechnicus van Darkness, geeft hij het nummer aan Patti Smith.
Die maakt de tekst af, geïnspireerd door de lange telefoongesprekken met haar toekomstige echtgenoot, Fred ‘Sonic’ Smith, voormalig gitarist van MC5. In vergelijking met het materiaal van haar eerste twee albums is Because The Night een conventioneel, maar gepassioneerd rocknummer. Uitgebracht op single katapulteert het Smith van cultheldin naar ster.
Die rol bevalt haar matig, te veel verplichtingen, te weinig vrijheid. ‘Het onderbrak mijn ontwikkeling als schrijver en als mens.’ Een jaar en een plaat later stapt ze uit de muziekindustrie en verhuist naar Detroit, om te trouwen en kinderen te krijgen. ‘Het heeft me nooit geïnteresseerd om rijk of beroemd te worden. Ik wilde alleen maar meesterwerken maken.’
Rock N Roll Nigger (van Easter, 1978)
Wat is er met Rock N Roll Nigger gebeurd? Ergens in de zomer van 2023 is het nummer verdwenen van Spotify en andere streamingdiensten. Patti Smith en co-componist Lenny Kaye weigeren elk commentaar, evenals de betrokken platforms. De track is gecanceld, onduidelijk door wie. Zelfcensuur?
Het N-woord wordt in Amerika als kwetsend ervaren, in die zin is de term al omstreden als het in 1978 op plaat verschijnt. Maar het heeft ook een tweede betekenis: lid van een sociaal achtergestelde groep.
In die hoedanigheid gebruikte John Lennon het voor Woman Is The Nigger Of The World, het openingsnummer van zijn album Sometime In New York uit 1972. En in die betekenis gebruikt Patti Smith het woord als geuzenterm voor uitgebuite sloeber.
We citeren: ‘Baby was a black sheep and baby was a whore (…) Baby baby baby was a rock n roll nigger (…) Do you like the world around you /Are you ready to behave / Outside of society they’re waitin for me / Outside of society that’s where I want to be’.
Elders op de plaat zingt ze ‘high on rebellion’ te zijn. Outside Society is overigens de titel van een uitstekend compilatiealbum van Patti Smith.
De coverversie van Marilyn Manson en het nummer van John Lennon worden gewoon gestreamd, evenals Nigger van de Zweedse rapmetalband Clawfinger. Wie Rock N Roll Nigger wil horen, de ultieme rebel song en een van haar beste rocknummers, kan terecht bij het fysieke album. En YouTube.
Dancing Barefoot (van Wave, 1979)
‘Ik ben graag alleen, maar ik ben geen kluizenaar.’ In 1979 is Patti Smith verliefd, op de Frederick van hetzelfde album, Wave, waarop dit lied over de verwarrende werking van liefde is te horen.
Dancing Barefoot is opgedragen aan Jeanne Hébuterne, model en levensgezel van de Italiaanse schilder Amedeo Modigliani. Toen die op 35-jarige leeftijd aan tuberculose overleed, pleegde zijn veertien jaar jongere muze zelfmoord.
Patti Smith raakt geïnteresseerd in Arthur Rimbaud omdat hij de favoriete dichter van Hébuterne was. Op haar twaalfde bezoekt ze een museum en wordt bekeerd tot kunst, Willem de Kooning is haar voorbeeld. ‘Ik wilde een abstract expressionistische schilder zijn.’
People Have The Power (van Dream Of Life, 1988)
Patti Smith is negen jaar uit het openbare leven verdwenen als zonder fanfare in 1988 Dream Of Life verschijnt. Het album is, net als al haar platen – met uitzondering van Wave, in Woodstock geproduceerd door Todd Rundgren – opgenomen in New York. Het is de enige plaat in haar catalogus die exclusief gevuld is met materiaal gecomponeerd door het echtpaar Smith. Geen Lenny Kaye derhalve, een unicum.
People Have The Power, eerste single en openingstrack van het album, heeft sinds midden jaren negentig en haar terugkeer op het podium een vaste plek in de setlist. Het is gecoverd door de Noorse countryzangeres Karin White en, in een funk-arrangement, door Candi Staton.
Dream Of Life (van Dream Of Life, 1988)
In 1970 woont Patti Smith voor het eerst op zichzelf. ‘Het was goed om een eigen kamer te hebben, zoals Virginia Woolf heeft opgemerkt. Maar het is ook goed om een eigen kamer in je hoofd te hebben – een inner room.’
Als kind heeft ze al een levendige fantasie, ze converseert met levenloze dingen, praat tegen haar tandenborstel. Ze leest gretig, brengt veel tijd alleen door. ‘Je verbeelding is je vriend.’
In Detroit leert ze over schrijven en discipline. Ze staat op om 5 uur ’s ochtends, om eerst een paar uur te werken voor de kinderen naar school gaan. Ze schrijft iedere dag.
‘I’m with you always, you’re forever on my mind’, zingt ze in het titelnummer van haar ‘comeback’ album. Het is de spirituele Patti Smith, de vrouw die leeft in haar hoofd waar zich verrukkelijke avonturen afspelen en complete werelden bloeien. Die inner room is de bron van haar creativiteit. Daar woont haar verbeelding. Daar leeft en overleeft ze. ‘Mijn leven is gewijd aan schrijven.’
About A Boy (van Gone Again, 1996)
In de eerste week van april 1994 pleegt Kurt Cobain zelfmoord. Nirvana is een favoriet van Patti Smith, wellicht herkent ze in hem een zielsverwant.
De tekst noemt nimmer zijn naam, maar de titel verwijst naar Nirvana. About A Boy is haar ode aan Cobain: ‘Toward another / he has gone / to breathe an air / beyond his own (…) About a boy/beyond it all (…) I stood among them / I stood alone / boy boy / just a boy / just a little boy / who will never grow’.
Gone Again is acht jaar na Dream Of Life haar eerstvolgende plaat en staat in het teken van de dood. Patti Smith heeft in de tussenliggende jaren een handvol naasten te betreuren: haar echtgenoot Fred ‘Sonic’ Smith, haar broer Todd, haar toetsenman Richard Sohl en haar ex Robert Mapplethorpe – all gone. Jeff Buckley verricht op Gone Again zijn laatste studiokunstje, een jaar later zal hij verdrinken.
Patti Smith verhuist terug naar New York, Gone Again wordt opgenomen in Electric Lady. Op de plaat staan de laatste nummers die ze schrijft met Fred, de single Summer Cannibals en het titelnummer. En er is een Dylan-cover, het Bijbels getinte Wicked Messenger.
Memento Mori (van Peace And Noise, 1997)
Johnny is soldaat, het land is vreemd, er vliegen helikopters, Johnny is dood. Memento Mori is Patti Smith in declamatiemodus, begeleid door een improviserende Patti Smith Group. Poëzie en muziek gaan samen in de folk van Bob Dylan. Bij Patti Smith vormen ze een nieuw, naamloos genre. Er is een link met de jazz & poetry van de beatdichters.
Op al haar latere albums zijn ze te vinden, die lange vormloze bezweringen, taal als lava van een eruptief gemoed: About A Boy, Memento Mori, het titelnummer van Gung Ho, Radio Baghdad van Trampin’, Constantine’s Dream van Banga.
‘Er zitten twee aspecten aan creativiteit. We hebben allemaal de scheppende drang, we hebben allemaal het recht om ons uit te drukken. Sommigen hebben een roeping, dat is een ander niveau. Ik geloof in beide.’
Patti Smith heeft een roeping.
Glitter In Their Eyes (van Gung Ho, 2000)
De hoes van Gung Ho toont de vader van Patti Smith. Vanaf haar debuut heeft ze over haar familie en directe kring geschreven. Op Horses staan Redondo Beach (over zus Linda) en Kimberley (over haar tien jaar jongere zus). Frederick van Wave gaat over haar toekomstige echtgenoot. Robert Mapplethorpe staat centraal in Just Kids, haar eerste memoires.
Gung Ho telt minstens één parel, de fantastische garagerocker Glitter In Their Eyes, in de traditie van The Seeds en 13th Floor Elevators, maar dan met eigentijdse productie. De goddelijke gitaarsolo is van Tom Verlaine.
‘Rock & roll is een van de weinige mooie dingen die Amerika aan de wereld heeft gegeven. Het heeft het arrogante, het revolutionaire en het jeugdige van Amerika. Het is de kunst van het volk. Iedereen is welkom.’
Jubilee (van Trampin’, 2004)
Op Jubilee, het openingsnummer van Trampin’, klinkt de Patti Smith Group als Neil Young & Crazy Horse. Folky melodie, slepende beat, gitaarversterker op tien en waar gehakt wordt vallen spaanders. Het is de rudimentaire rock die met zijn garagegeluid haar muzikale oeuvre als heipalen stut.
Op haar laatste platen covert Patti Smith de introspectieve kant van Neil Young. Helpless (van Twelve) en After The Goldrush (het sluitstuk van Banga, haar laatste album met de Patti Smith Group) zijn ingetogen kamermuziek.
‘Ik doe veel Neil Young covers. I love his lyrics, maar we zingen ook in dezelfde toonsoort.’
Changing Of The Guards (van Twelve, 2007)
Patti Smith is amper zestien als ze haar eerste Dylan-lp krijgt van haar moeder, voor 99 cent meegenomen uit de supermarkt. A Hard Rain’s A-Gonna Fall is haar favoriet. ‘Al leef ik niet in de tijd van Arthur Rimbaud, ik leef in de tijd van Bob Dylan’, realiseert ze zich.
In 1975 speelt de Patti Smith Group enkele avonden in The Bitter End, een kleine club in New York. Tijdens een van die optredens reageert het publiek opgewonden, Bob Dylan is in de zaal. Die stapt na afloop naar de kleedkamer en vraagt plagerig: ‘Zijn er hier dichters aanwezig?’
Sindsdien zijn Patti Smith en Bob Dylan vrienden. Ze delen hun liefde voor kunst in het algemeen en muziek in het bijzonder. Hij spoort haar aan om na zestien jaar weer te gaan optreden, in december 1995 toeren ze samen. Wanneer Dylan in 2016 de Nobelprijs voor literatuur krijgt, haalt Smith de onderscheiding voor hem op in Stockholm en zingt bij die gelegenheid A Hard Rain’s A-Gonna Fall.
Haar versie van Changing Of The Guards, de eerste single van Dylans album Street-Legal uit 1978, is een van de twaalf nummers op het coveralbum Twelve. Daarop doet Patti Smith persoonlijke – en veelal afwijkend gearrangeerde – interpretaties van favoriete liedjes. Haar jaren zestig-helden zijn onder meer Jimi Hendrix, Rolling Stones, The Doors en Jefferson Airplane. Het meest recente nummer is Nirvana’s Smells Like Teen Spirit.
Just Kids (non-fictie, 2010)
‘Writing is one consistent vocation of my life.’ Een daad van toewijding. Zeker in het geval van Just Kids, haar memoires over de jaren in New York als levensgezel van Robert Mapplethorpe, fotograaf van de New Yorkse queer- en kunstscene die in 1989 overleed aan aids. Op diens sterfbed heeft ze hem toegezegd hun relatie vast te leggen op papier. Ze doet meer dan dat, Just Kids is een uniek portret van bohemien New York rond 1970.
Ze voltooit Just Kids in Zuid-Frankrijk, waar ze zich opsluit in het tuinhuis van Johnny Depp. Die leest als eerste het manuscript en constateert: ‘It’s a fucking masterpiece.’ Depp heeft geen ongelijk. Het boek is 43 maal vertaald en verkoopt meer dan een miljoen stuks.
Naast bijna twee dozijn dichtbundels publiceert ze een viertal memoires (ook leverbaar als luisterboek). Just Kids documenteert de start van haar loopbaan en M Train (2015) beschrijft de periode als gevierde zangeres en haar retraite uit het spotlicht. Devotion: Why I Write (2018) is een ‘psychografie’ van haar obsessie met schoonheid en verbeelding, Year Of The Monkey (2019) het verslag van een jaar in afzondering.
Patti Smith heeft haar hele leven polaroidfoto`s gemaakt. ‘De polaroid is heel direct.’ Het fotoboek A Book Of Days (2022) is het resultaat van een uit de hand gelopen grap. In 2018 plaatst ze een eerste foto op Instagram. De fotobijschriften variëren van poëtisch tot hilarisch. ‘Ik heb veel manieren om mezelf uit te drukken.’
Pasolini (van Correspondences, Vol. 1, 2024)
Het internationale gezelschap Soundwalk Collective is actief sinds 2001 en maakt multidisciplinaire kunst op het snijvlak van installatie, soundscape en muziek. Hun producties met Patti Smith lijken op het werk van Delia Derbyshire, die in 1964 voor de BBC stemmen en soundscapes monteerde tot Inventions For Radio.
Met het Soundwalk Collective maakt Smith electronics & poetry. Op Mummer Love (2019) leest ze Rimbaud voor, het titelnummer is haar ode aan de dichter. Peradam (2020) focust op de absurdistische Franse auteur René Daumal en diens postuum verschenen roman Le Mont Analogue (1952). Nummers van Peradam zijn geremixed door onder meer Brian Eno en verzameld op The Perfect Vision Remixes (2022).
Correspondences gaat op 9 april 2023 in première tijdens het Rewire festival in Den Haag. Pasolini is een film-in-geluid over de Italiaanse regisseur die in 1975 werd vermoord op het strand van Ostia.
‘Ik heb de energie die je niet van techniek of technologie krijgt. Het is een rauwe creatieve impuls. Een geagiteerde energie.’
Patti Smith wordt 30 december 78 jaar jong.
PATTI SMITH: 9 & 10 jul Paradiso, Amsterdam | 12 jul Bospop, Weert | 13 jul Cactus Festival, Brugge (B)