Snelle vent, die Laurence Jones. De Britse bluesrocker is pas 31 jaar en brengt met Bad Luck & The Blues al zijn zevende album uit. Het is ook nog eens zijn beste. Vroeger werk neigde soms naar de halfzachte blues van Robert Cray en was gepolijster dan het nieuwe materiaal, dat veel slag- en zeggingskracht heeft.
Dat laatste slaat niet op de teksten, want Jones is net als tal van bluescollega’s qua liedjesonderwerpen niet origineel. Songtitels als Lost & Broken en Lonely Road spreken boekdelen. Maar voor bluesfans zijn Jones’ woorden een feest van herkenning. Jones is net als Walter Trout een betere gitarist dan zanger. Geeft niets, want zijn grote kracht is dat hij ADHD-energie koppelt aan zessnarenrijkdom. Het stevige Bad Luck & The Blues is een riffrijke plaat met in elke song een gitaarsolo. Op eerdere platen mengde een toetsenist zich in de debatten, maar deze keer ontbreken orgel- en pianopartijen en gaat gitarist Jones los. Hij maakt gebruik van distortion en feedback en klinkt soms als Jimi Hendrix, een held van hem. Slowblues ontbreekt, maar Jones is ook in dit subgenre thuis, gelet op Thunder In The Sky van zijn gelijknamige debuut. Het jonge pikkie uit 2012 is gezien Bad Luck & The Blues een grote meneer geworden. Hoe Laurence Jones tegenwoordig live klinkt is in november vast te stellen, want dan toert hij in ons land.