Voordat de muziekindustrie doorkreeg dat ze mij gewoon moest negeren, lukte het nog weleens om labelfiguren en corrupte collega’s van concurrerende bladen en kranten op te fokken. Dat was overigens nooit mijn intentie. Ik beluisterde een plaat als Wild World van Bastille, besefte dat ik beter in de stront had kunnen rollen of mijn vingernagels had kunnen uittrekken en zoiets schreef ik dan op.
En dan werd men op het destijds nog populaire, laagdrempelige haatplatform Twitter heel boos over wat ik schreef. Het is immers lastig een concert te promoten of een album te adverteren met persquotes als ‘Bastille, het debiele broertje van Coldplay’ of ‘Bastille, muziek om je kapot voor te schamen’. Enfin, inmiddels slaan muziekindustriemensen meteen om naar de volgende pagina als mijn naam onder een recensie prijkt, maar verder is er weinig veranderd. Eerlijkheid gebied mij nog steeds te schrijven hoe het is en Bastille is anno 2024 nog steeds even verschrikkelijk als in 2016. Alhoewel, misschien is deze ‘band’ net ietsje verschrikkelijker geworden, want à la Coldplay en Ed Sheeran maakt men nu ook gebruik van domme doch pretentieuze albumtitels. Enfin, nog even gepast kort over de muziek: veertien liedjes lang klinkt de slaapverwekkende stem van Dan Smith in verveelde popproducties waarin de band hopeloos ingetogen tracht te klinken, zonder afstand te kunnen doen van grootsheidsdrang. Nog nooit zoveel kleine liedjes vol oh oh oh’s en ai-ai-ai’s gehoord.