Dit tweede album van Drahla uit Leeds begint met een anarchistische saxpartij van dik veertig seconden – ik ken mensen die nu al afhaken. Er volgen vier boeiende en dynamische artrockminuten die frontvrouw Luciel Brown onderkoeld aan elkaar praatzingt, een beetje als Dry Cleanings Florence Shaw die een paar zanglessen heeft genomen.
Drahla kun je met gemak onder het kopje ‘postpunk’ kwijt, maar maakt ook gebruik van vrije no wave-songvormen met verschillende secties. De band debuteerde in 2019 met Useless en sindsdien bleef het lang stil. De bio rept van een uitdagende periode waar Angeltape het verslag van zou zijn. Het oorspronkelijke trio is aangevuld met extra gitarist Ewan Barr, wat voor een wat voller geluid zorgt. Saxofonist Chris Duffin was nooit een officieel bandlid, maar drukt wederom flink zijn stempel.
De meeste songs worden voortgestuwd door sterke baspartijen en lopen redelijk rechtdoor, totdat ze linksaf slaan. Typische postpunkkwalificaties als hoekig of nerveus kun je bij Drahla weinig kwijt. Ontoegankelijk zijn ze niet, maar enigszins abstract klinken ze vaak wel, mede door de wat ongrijpbare teksten van Brown. Het overtuigendst zijn alles-in-één-stukken als Under The Glass, Second Rhythm en Grief In Phantasia, waarin noisy gitaren, bas, drums en sax samen een broeierig anarchistisch vuurtje opstoken, dat live vermoedelijk pas echt tot leven komt.