Geef een chronisch online Duracell-konijntje een blik Monster Energy en een microfoon en het resultaat is att., het debuutalbum van de Puerto Ricaanse rapper Young Miko. Als een van de weinige lesbische vrouwen in de man’s world van de reggaeton houdt de 25-jarige María Victoria Ramírez zich aardig staande tussen de heersende testosteronbommen in het populaire genre.
Voorproefje? Probeer dan ID, waarin Miko reggaeton-OG’s Jowell & Randy bijbeent met zelfverzekerde raps over – jazeker – mooie meiden en hete nachten. Waar collega’s Bad Bunny en Rauw Alejandro respectievelijk te paard en in de ruimte de grenzen van de trap en de reggaeton opzoeken, giet Young Miko een fijn elektronisch slaapkamerpopsausje over de genres. Zo klinkt het smachtende Tamagotchi als reggaeton door een 8-bitfilter en interpoleert Wiggy – ik verzin het niet – The Ketchup Song. Een neonkleurig insiderfeestje voor de under 30s en Joost-liefhebbers onder ons dus. De nummers op att. hangen met een flinterdunne popproductie en plot aan elkaar, maar de aanstekelijke flipperkast-persoonlijkheid die van het album afdruipt is Miko’s grootste troef. En eerlijk? De vette knipoog in Miko’s teksten maakt ze veel beter verteerbaar dan die van, eh, sommige van haar collega-reggaetoneros.