ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Afsluiter Louisiana is het enige nummers zonder externe inmenging. De tenenkrommende pianoballade is verreweg het minste nummer op dit wisselvallige album. Goed, het ligt misschien voor de hand: vier dominante gasten, dus een album zonder duidelijke lijn. Zo eenvoudig is het echter niet. Hoe vaker je Barking luistert, hoe aannemelijker het wordt dat een strakkere regie van Smith en Hyde had geleid tot een beter album. Aan goed materiaal namelijk geen gebrek. Single Scribble is even wennen, maar met hulp van High Contrast perst Underworld er wel een trancy dansvloerkiller uit die zo mee kan in betere drum ‘n’ bass-kringen. Dat is High Contrast natuurlijk toevertrouwd. Ook Dubfire (één helft van Deep Dish) weet wel raad met het fundament voor Bird 1. Resultaat? Een prachtig, ietwat psychedelisch popnummer waar Underworld al jaren patent op heeft. Pure klasse. Dubsteppers Appleblim en Al Tourettes doen het ook niet onaardig. Maar dan gaat het mis. Oké, Paul van Dyk – groot in trancekringen – maakt met Moon In Water een bruggetje tussen house en Pink Floyd. Gewaagd en kan er net mee door. Mark Knight & D. Ramirez – houseproducers die al eerder een hitje scoorden met Hyde – gooien er echter met de pet naar. Tot tweemaal toe serveren ze platte house zonder kraak of smaak. Ook High Contrast en Dubfire zakken in de reprise door het ijs. Ze verliezen het geluid van Underworld uit het oog en gaan voor eigen succes. De zweep had er niet overheen gehoeven, maar meer sturing door Smith en Hyde had Barking goed gedaan. Nu maar hopen dat het duo tot inkeer komt en op het zevende album de goede, op Oblivions With Bells ingezette koers hervat. THEO PLOEG