Vergeef ons dat we niet maandelijks in de Belarussische synthwave duiken. Voor zover je het vanuit Nederland kunt beoordelen is het een vrij levendige scene, maar ook een amateuristische. De meeste bands kampen met het euvel dat Molchat Doma pas overwon toen liefhebberslabel Sacred Bones de band op sleeptouw nam: ze klinken als blikkerige demobandjes.
Belaya Polosa wordt juist gekenmerkt door een volvette productie, die veel beter bij de sfeer van de nummers past. Die sfeer is melancholisch, kil, afstandelijk. Een beetje zoals je je het Belarus onder Loekasjenko voorstelt. Grauw. Uitzichtloos. Levensgevaarlijk. Zelfs nu het trio is uitgeweken naar Los Angeles en misschien wel nooit meer in zijn thuisland zal kunnen optreden, ontbreekt directe kritiek op het regime.
Maar meer dan voorheen gloort er hoop in de muziek. Dat zit hem met name in het weidse gitaarspel, waarin de geest van Ennio Morricone rondwaart. Ook de corny Italo-vibe verwarmt de plaat, net als de Phil Collins-achtige drumroffels. De verdwaalde breakbeats hebben binnen deze context dan weer een tegengesteld effect. TikTokkers sturen de liedjes rond als curiositeiten. Ze moesten eens weten. Veel serieuzer dan Molchat Doma krijg je het niet.