Op zoek naar het oorspronkelijke oordeel over Black Sunday (1993) blader ik door de kilo’s zware OOR Recensiebijbel en tref ik een verhaal van iemand die onmogelijk kon weten dat hij een van de meest legendarische hiphopalbums aller tijden besprak, zo blijkt ook uit de woordkeuze. ‘Hij rapt met zijn neus en klinkt als Bert van Sesamstraat.’
Bert – beter bekend als B-Real – en Sen Dog zijn nog altijd ‘locooo’ en kiezen na twee decennia aan confronterend matige albums (Elephants On Acid daargelaten) voor een Bond-esque liveuitvoering van Black Sunday, inclusief het London Symphony Orchestra en de legendarische locatie Royal Albert Hall. Cypress Hill wil laten zien dat overal hiphop in zit, omdat hiphop is gemaakt van allerlei soorten muziek. Anderzijds wil het orkest onder leiding van Troy Miller laten zien dat orkesten niet alleen voor figuren als het Monopoly-mannetje zijn.
Ergens schuilt er wel humor in, de psychedelische beats blijven achterwege en lines als ‘A to the motherfucking K homeboy’ worden melodisch begeleid door tientallen strijkers. Overgangen als die van Insane In The Brain naar When Shit Goes Down zijn betoverend, maar het geheel klinkt ondanks een weergaloos orkest en overtuigende vocalen ongemakkelijk. Een extra zintuig weet de ervaring echter te redden. Het publiek, het orkest en Cypress Hill, gekleed als louche begrafenisondernemers, zijn prachtig vastgelegd, de camera vangt de dynamiek en grandeur die de oren missen. Stream het niet naar je koptelefoon, maar naar je flatscreen.