Vier jaar was het vrijwel stil rond de Britse beatmaker Bonobo, die na het enorme succes van het ijzersterke Days To Come en de daaropvolgende tournee blijkbaar op adem moest komen. Wereldwijd viel men als een blok voor de zonnige cocktail van jazz, breakbeats en slowmotionpop die Steve Green uit . . .

De Brit, al jaren trouw aan het hippe Ninja Tune-label, snapt hoe je een goed liedje schrijft, beheerst veel instrumenten en kan bovendien fantastisch arrangeren. Dat blijkt opnieuw op Black Sands, z’n vierde album. Grote troef is ditmaal zangeres Andreya Triana, die onder meer Flying Lotus’ Tea Leaf Dancers naar grote hoogte zong en ook op Finks laatste album te horen was. Ze schittert op de lome single The Keeper, dat zo naast het beste van Zero 7 in de kast past. Radicaal anders dan z’n voorganger is dit album echter niet. Green opent verrassend met Chinese filmmuziek, maar de overige nummers zitten grotendeels in dezelfde comfort zone als Days To Come. Heel lekker maar je valt niet van je stoel. Niettemin, je bent als strandtenthouder een grote sukkel als je Black Sands door je vingers laat glippen. RENÉ PASSET