Welcome Home, zo heten de eerste twee minuten op Blood Red Shoes’ vierde langspeler. De instrumentale ouverture voelt inderdaad als thuiskomen.
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Welcome Home, zo heten de eerste twee minuten op Blood Red Shoes’ vierde langspeler. De instrumentale ouverture voelt inderdaad als thuiskomen.
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
De schurende gitaren, de four-to-the-floor-beats in het tempo van een wielerpeloton op de Champs-Elysées, ze herinneren aan de eerste kennismaking. Mooi was die tijd, toen het duo zijn songs als keurig verpakte porties onweerstaanbare onstuimigheid via MySpace de wereld in slingerde. Die stijl hielden ze jaren vol, totdat Steven Ansell en Laura-Mary Carter op In Time To Voices de teugels lieten vieren en opzichtig voor verdieping kozen. Dit zelfgetitelde album mag gerust gezien worden als een tegenreactie daarop. Blood Red Shoes keert terug naar de basis, nee, schiet regelrecht door de stootblokken op het beginstation heen en eindigt ergens waar enkel hun beste liveshows ons voerden. Van Everything All At Once tot Tightwire, elke song is voorzien van die typische BRS-signatuur, maar het is puurder, driester, onversneden. Een rechtstreeks gevolg van de aanpak waarschijnlijk: Blood Red Shoes werd gemaakt zonder bemoeienis van derden. Je moet maar durven, alles en iedereen aan de kant zetten (producer van het eerste uur Mike Crossey incluis), je meest compromisloze album ooit afleveren, er geen titel op plakken en zeggen: dit is wie we zijn, take it or leave it. De keuze voor take it is snel gemaakt. KLAAS KNOOIHUIZEN