Zo inwisselbaar als de bandleden van dreampopband Beach Fossils uit Brooklyn lange tijd waren, zo honkvast is vaste factor en zanger Dustin Payseur wat betreft zijn receptuur. De tracks zijn na veertien jaar en zeven albums nog altijd zomerse oorstreelsels die nooit tegen de haren inwrijven.
Zo ook op Bunny, waarbij de teksten – ‘sun’ en ‘love’ kunnen driftig worden geturfd – en slidegitaren het zwoele niets-aan-de-hand-sfeertje nog eens benadrukken. Niks mis mee, ware het niet dat de songs op de vorige albums vaker iets onderscheidends hadden. Een subtiel herkenningspunt, een haakje zo je wil, waardoor ze beklijfden. Maar ook na het veelvuldig beluisteren van Bunny blijft het een enigszins amorfe en voortkabbelende blijbrij. Alsof je een boek leest en ineens beseft dat je al pagina’s niks meer opneemt. Op wat incidentele tracks na die je kortstondig eventjes wakker maken (Sleeping On My Own, Dare Me) is het sluimeren geblazen met Beach Fossils. Op een zacht en gladgemaaid grasveld waar geen takje ligt en geen sprietje uitsteekt. En dat ligt overigens best plezierig