Zou het leuk zijn om in Kings Of Leon te zitten? Nu kun je je dat van iedere band afvragen, maar van de laatste paar albums van de band rond de broers Followill spatte het joie de vivre nou niet direct af. Daar kan je de grotendeels plichtmatige optredens die we de band in ons land hebben zien geven nog bij optellen. Met de titel van dit negende album stellen Caleb Folowill en zijn familie dus een belangrijke vraag: Can We Please Have Fun.
Kunnen we dat? Nou, deels. Om met het goede nieuws te beginnen: over de gehele linie is dit de sterkste Kings Of Leon-plaat sinds Mechanical Bull (2013). Weg is het frequente gladde randje van de vorige twee albums, er zijn zelfs niet echt ballads te vinden. Het slechte nieuws is dat het songmateriaal af en toe alsnog te wensen overlaat. Midtempo nummers met een country-twang als Don’t Stop The Bleeding en Ease Me On voelen dan wel anders aan dan het recente werk van de band, maar laten het hart niet per se sneller kloppen.
Gelukkig is meer dan de helft van de nummers wél spannend. Zo bouwt Rainbow Ball op naar een heerlijke climax en hebben we Caleb in jaren niet zo lekker horen krijsen als in Hesitation Generation. Het hoogtepunt is het ronkende Nothing To Do, met één moment van rock & roll-extase waar de band pak ‘m beet vijftien jaar geleden veel vaker mee strooide. Na de zinsnede ‘our wires got crossed and now we don’t…’ valt de band even stil, om vervolgens de voet genadeloos hard op het gaspedaal te gooien zodra Followill ‘SPEAK!’ de microfoon in brult. Met zulke momenten krijgen de heren de festivalweides wel weer vol, de komende jaren.
Als dit album iets meer songs van dat kaliber had gehad, zouden we echt van een return to form kunnen spreken, maar het gaat in ieder geval de goede kant op.
Neem nu een abonnement op OOR en ontvang Can We Please Have Fun van Kings Of Leon gratis op vinyl. Kijk hier voor het aanbod.