Op alle niveaus ging, nee, moest Sufjan Stevens terug naar zijn wortels, na de dood van zijn moeder. Carrie & Lowell werd zijn meest persoonlijke plaat, met intieme folkliedjes die overrompelden en ontroerden. Het werd OOR’s album van het jaar 2015. De reissue ter ere van het tienjarig jubileum bevat extra demo’s, een boek met kunst en een aangrijpend essay van Stevens’ hand.
Hij verhaalt over de worsteling die het was om zijn rouw te verwerken in zijn muziek. Hij schetst een gelaagd beeld van zijn getroebleerde, aan kanker overleden moeder, met wie hij een ambivalente relatie had; haar wankele psychische gesteldheid, maar ook haar warmte, nieuwsgierigheid en eigenzinnigheid. En haar eenzaamheid, die hij zo in haar herkende, die in hem voortleeft en ook als een rode draad door zijn oeuvre loopt, als voedingsbodem voor zijn voortdurende zoektocht naar betekenis en houvast.
Hoewel de albumversies al veelal spaarzaam geïnstrumenteerd waren, vergroot de kaalheid van de meeste van de zeven demo’s de impact ervan. Slechts een akoestische gitaar en piano omlijsten Stevens’ fluisterzang in Death With Dignity, The Only Thing, Eugene en Should Have Known Better. Opvallend zijn Mystery Of Love – dat het album niet haalde, maar later zou dienen als soundtrack voor de bejubelde film Call Me By Your Name – en Wallowa Lake Monster (Version 2), dat terechtkwam op de Carrie & Lowell-outtakes-plaat The Greatest Gift.
Met een subtiel koor wordt gestaag toegewerkt naar een mooi orkestraal einde, vol blazers, bellen en fluiten. De desolaatheid van de uitwaaierende synths in Fourth Of July (Version 4) is – zijn essay indachtig – hartverscheurend. Ondanks de worsteling die het maakproces voor hem was, wist Stevens met Carrie & Lowell boven zichzelf uit te stijgen, door met particulier verdriet een universele, nog altijd magistrale plaat over leven en dood te maken.