Chan Marshall was een tijdje uit beeld na het sterke Sun uit 2012. Vage gezondheidsklachten die ook aan de oppervlakte kwamen tijdens optredens dwongen haar het rustiger aan te doen, en in 2015 werd ze op haar 43ste voor het eerst moeder. Eindelijk huisje, boompje, beestje dus? Niet helemaal.
Naar verluidt is er geen vader in beeld, en muzikaal is Cat Power op Wanderer helemaal zichzelf. Het is een ode aan haar eigen rusteloosheid geworden, gegoten in vrij elementaire en spaarzaam vormgeven folk-achtige stukken. De fraaie a capella gezongen titelsong klinkt zowaar als een echte folktraditional, de reprise daarvan doet in de verte wel aan The House Of The Rising Sun denken. De plaat heeft een ingetogen karakter en is donker van insteek, veel meer dan een akoestische gitaar, een piano en Marshalls prettig hese stemgeluid hebben de meeste nummers niet nodig. Horizons is een bedankje aan haar familie, in Nothing Really Matters steekt ze outsiders als zichzelf een hart onder de riem. Het rammelende You Get – met onvast drumwerk van Marshall, ze produceerde en speelde bijna alles zelf – doet nog het meest denken aan de vroege indie-Cat Power van Moon Pix. Aan haar imposante coversdiscografie voegt ze met een even rauwe als ontwapenende versie van Rihanna’s Stay een nieuw hoogtepunt toe. Maar Marshall is zelf ook een icoon, de aan haar schatplichtige Lana del Rey zingt bescheiden op de achtergrond mee in het feministische Woman (‘I’m a woman of my word, my word’s the only thing I ever needed’). Muzikaal was Sun wat avontuurlijker, maar op het indringende Wanderer overtreft Marshall zichzelf als singer-songwriter. Een soms schurende maar niet ontoegankelijke plaat, waarop Marshall vrede lijkt te sluiten met haar eigen complexe persoonlijkheid.