Ik ben best goed in Call Of Duty, maar helaas zijn er naast mij nog zo’n miljoen mensen best wel goed in Call Of Duty. Met als resultaat dat mijn kill-death ratio – de verhouding tussen het aantal keren dat ik iemand afschiet en het aantal keren dat ik afgeschoten wordt – zelden boven de 1,10 komt. James Bay heeft last van een soortgelijk probleem.
De Britse zanger heeft een aangename stem en schrijft prima poprockliedjes. Maar ja, naast hem zijn er tientallen Britse singer-songwriters die het prima en aangenaam doen. Met als resultaat dat Bay’s platen structureel aanvoelen als driesterrenalbums. Helemaal prima, hartstikke aangenaam, maar tegelijkertijd nogal gewoontjes.
Ook zijn vierde worp, Changes All The Time, staat weer vol songs die je niet zal afzetten als ze onvermijdelijk op de radio passeren, maar die je vervolgens niet zal opzoeken om nogmaals te beluisteren. Hope is een mooi gezongen ballad, Up All Night een gezellige, opbeurende folkrocksong en het bluesy Speed Limit een fijn duet met een naamloze partner. Je zult je kortom geen buil vallen aan Changes All The Time. En dat is nou net het probleem.