ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Tegen die tijd zijn ze hun sky is the limit-mentaliteit wel beu en lonkt de basis. Maar nu nog niet. De Followills hangen nog eventjes comfortabel achterover in hun droom-die-uitkwam. Is dat erg? Welnee. Come Around Sundown is namelijk een stuk beter te pruimen dan voorganger Only By The Night, u weet wel, die plaat die na een fabelachtig openingssalvo – inclusief de hits Sex On Fire en Use Somebody – als een pudding in elkaar zakte (al stond dat een wereldwijde doorbraak niet in de weg). Belangrijkste verschil: Come Around Sundown is nergens saai. Dat begint al bij The End, net zo’n trage, kale, zuigende plaatopener als Closer op Only By The Night, alleen is het songidee ditmaal wat dunnetjes. Geen punt, wereldsingle Radioactive gaat er snel in al z’n jubelende gospelglorie overheen en onderstreept nog eens waar de lat voor Kings Of Leon momenteel meer dan ooit ligt: om en nabij U2. Maar als gezegd, de Kings beheersen meer kunstjes en dat houdt Come Around Sundown op z’n minst vermakelijk. Hoor die wat flauwe sixties-countryblues-pastiche Mary, hoor de ouderwets fonkelende rocker No Money, hoor hoe ze klinken als Pearl Jam dat een countryrockballad probeert (Mi Amigo) en hoor ze terugkeren naar hun boerderijtjes in Back Down South. Al te verrassend of grensverleggend klinkt het intussen allemaal niet. Uiteraard niet. Come Around Sundown moet de carrière op peil en de stadions gevuld houden. Want dat eindeloos herhaalde zinnetje in The End (‘This could be the end’), daar geloven we natuurlijk niks van. ERIK VAN DEN BERG