Zes jaar geleden bracht Damon McMahon alias Amen Dunes Freedom uit, zijn beste album, waarop hij zijn vaak vrij abstracte indierock naar euforische en relatief toegankelijke hoogtes tilde. Niet lang daarna werd McMahon ernstig ziek, wat een van de redenen is dat een opvolger lang op zich liet wachten. Nu is die er dan in de vorm van Death Jokes, een album waarop McMahon juist weer een vrij abstracte afslag maakt.
In eerste instantie klinkt het geheel als een desoriënterend allegaartje. We horen een aantal geluidscollages (vooral bestaande uit audiofragmenten van YouTube-video’s), veel korte elektronische intermezzo’s en nummers die alle kanten op lijken te vliegen. Zo loopt er in het refrein van de lome folkballad Rugby Child opeens een beat mee waar men na middernacht in de Bravo-tent op Lowlands wel raad mee weet. Met een paar keer luisteren vallen echter een hoop puzzelstukjes op hun plaats. Je raakt gewend aan de kwinkslagen en de nummers onthullen hun schoonheid. Het allermooist zijn het lome Purple Land en het rammelende I Don’t Mind. McMahon brengt hier meermaals het werk van een andere muzikale alleskunner in herinnering: Dan Bejar van Destroyer, meer specifiek diens magnum opus Kaputt. Dat Death Jokes niet aan die vergelijking ten onder gaat, bewijst dat McMahon hier toch iets bijzonders heeft neergezet.