Als ik Howrah hoor, moet ik aan Vera in Groningen denken. Daar heeft deze muziek altijd geklonken en zal die altijd blijven bestaan. ‘Het voelt alsof Howrah er altijd is geweest, omdat ze stevig verankerd zijn in de Nederlandse underground’, zo verwoordt de bandbio het. De leden hebben een verleden in onder meer Zoppo, Seesaw en Space Siren, en hebben de muziek van bands als Sonic Youth en Sebadoh in hun DNA zitten. Maar ook die van The Cure en Britse shoegaze, die kant valt me op dit derde album meer op.
The Serenes wil ik ook genoemd hebben, die zaten net zo mooi op het snijvlak van Amerikaanse en Britse indie. Howrah doet nauwelijks aan coupletten en refreinen, maar zet elke keer een stevige, repetitieve groove in, die door afwisselend dissonante en vervlochten gitaarpartijen en spaarzaam ingezet toetsenwerk wordt voorzien van bedwelmende melodieën. Als dat zweverig klinkt: dat is het absoluut niet. De zang van Kees van Appeldoorn klinkt emotioneel en direct, hij probeert geen droomwereld op te roepen. Integendeel – zie de albumtitel. Howrah rockt, maar biedt ook elk nummer een onweerstaanbare groove, die altijd te vroeg lijkt te stoppen. Ends And Means is geen album met hoogte- of dieptepunten, maar een zinderende indierockparel die je van begin tot einde moet horen.