ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Tot voor kort had hij nog nooit een interview gegeven, werd zijn image bepaald door macabere doodshoofden en dito samples op zijn obscure Skull Disco-EP’s, en anders dan zijn collega-producers kluste hij ook niet bij als dj. Ja, een enkele keer was hij te gast in de Londense megaclub Fabric, waar hij in de kleine zaal diep verborgen achter zijn laptop zijn rituele dans opvoerde. Deze cd is daar een uitvloeisel van. Het is geen strikte dj-mix zoals we van de Fabric-reeks gewend zijn noch een echte liveset, het zit ertussenin met een twintigtal nieuwe, exclusieve Shackleton-tracks en een enkele oude ‘hit’ (Death Is Not Final, Massacre). Muzikaal is Fabric 55 ook lastig te plaatsen. Diepe bassen en Burial-achtige sci-fi-sferen zorgen voor een herkenbaar dubstepfundament, maar daaroverheen legt Shackleton heel eigen accenten. Ragfijne oosterse percussie en belletjes in eindeloze, trance opwekkende, bijna meditatieve loops, Arabische gezangen, boeddhistische tekstflarden over reïncarnatie (of is het toch een goedkope horrorfilm?) – het geheel doet uitgesproken oosters en mystiek aan. Als een eigentijdse opvolger van Muslimgauze. Net als wijlen Bryn Jones, die zijn industriële tapemuziek verweefde met veldopnames uit het Midden-Oosten, moet Shackleton overigens oppassen dat hij niet telkens dezelfde plaat aflevert. Na de Skull Disco-verzamelaars Soundboy Punishments (2007) en Soundboy’s Gravestone Gets Desectrated By Vandals (2008), beide met Appleblim en Peverelist als medeproducers, en de Perlon-compilatie Three EPs (2009) is dit de vierde cd in het microgenre dat Shackleton heet. Voorlopig kunnen we er echter nog geen genoeg van krijgen. Fabric 55 is op de valreep misschien wel de beste dance-en-ver-daarbuiten-plaat van 2010. En beslist de spannendste en donkerstep.