De Muppet Show op paddestoelen? Devendra Banhart en CocoRosie in een heksenkring? Daniel Johnston en zijn therapieklasje? Nee, helemaal sporen doen ze niet, de heren van Animal Collective . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Avey Tare, Panda Bear, Geologist en Deakin (de laatste twee zijn na de folky duoplaat Sung Tongs weer van de partij) rollebollen met hun instrumenten door het oefenhok, grijpen allemaal tegelijk een drumstokje en zetten een Afrikaans ritme in, dat al snel ontspoort en ergens in het Duitsland van de kosmische jaren zeventig eindigt, zingen kampvuurliedjes rondom de waterpijp, dromen langzaam weg, herinneren zich dan ineens hoe machtig mooi een elektrische gitaar klonk, laten het ding piepen en knarsen, slepen er gelijk nog wat elektronica bij en weten uiteindelijk van gekheid niet meer welk liedje ze aan het spelen waren. Was het iets van The Velvet Underground? Maar waar kwam die wierooklucht dan vandaan? En is dit nog steeds hetzelfde nummer? Waar ben ik eigenlijk? Spelen in Animal Collective moet een feest zijn. Alles wat je als muzikant geleerd hebt, gooi je overboord. Je begint opnieuw, zonder regels. Improvisatie en spelvreugde staan voorop, het liedje is een goede derde. Zoiets als Grass, de single, is bijna een echt popliedje, met hysterisch schreeuwrefrein. Banshee Beat en Loch Raven zijn drone-achtige stukken. Flesh Canoe, Bees en Daffy Duck (ja, echt) zijn psychedelische wiegeliedjes – toch het sterkste wapen van deze groep. Je moet wel tegen de hoge stem van Avey Tare kunnen, die meer jodelt dan zingt. Erg stijlvast en hip is het allemaal niet, maar dat zal de New Yorkers een zorg zijn. Dit is free folk, de nieuwe freakmuziek uit Amerika.