Precies veertig jaar na haar titelloze debuut komt Suzanne Vega met dit tiende studioalbum, haar eerste plaat met nieuw werk sinds Tales From The Realm Of The Queen Of Pentacles uit 2014. Flying With Angels klinkt gelijk vertrouwd, verrast ook en is als geheel een gevarieerd werkstuk geworden.
Het vertrouwde zit ‘m in de nog altijd even onderkoelde als warme stem en voordracht van de nu 65-jarige Vega. Daarnaast is folk meestal de basis, al wordt die soms naar de achtergrond gedrukt. Zoals in Witch, dat na een stemmig intro verandert in een jachtige rocksong. Geslaagder is de rinkelende powerpop van Speaker’s Corner, over de plek waar excentriekelingen vroeger hun gedachtekronkels konden delen. Het charmante Chambermaid ligt muzikaal in dezelfde lijn en is nog beter. Rats doet met z’n nerveuze ritme en kittige orgeltje sterk aan The B-52’s denken, terwijl het rootsy Lucinda weleens een ode aan Lucinda Williams zou kunnen zijn. Echt vintage Vega zijn de titelsong en het afsluitende Galway, over een romance die nooit van de grond kwam. Ze houdt niet echt een muzikale lijn aan op Flying With Angels, toch klinkt het geheel als een album dat klopt. Een mens verbaast zich, maakt zich zorgen, droomt, treurt, bewondert en geniet – Suzanne Vega vat eigenlijk het hele leven wel in tien betekenisvolle nieuwe liedjes.