Finneas O’Connell kennen we inmiddels allemaal als het broertje en de vaste producer van Billie Eilish. Hij zat achter de knoppen bij alle platen van zijn populaire zus en gezien de sterke, bij vlagen baanbrekende beats in Eilish’ hits moge het duidelijk zijn dat Finneas zijn platencontract niet louter te danken heeft aan de familieband. Zijn talent is duidelijk.
Maar of zijn talent goed tot zijn recht komt in zijn solowerk is een andere vraag, waarop het antwoord wat mij betreft negatief is. For Cryin’ Out Loud!, het tweede album van de Amerikaan, bevat niets van de kekke productietechnische eigenaardigheden die in de muziek van zijn zus te horen zijn. Vlotte popsongs als Cleats en What’s It Gonna Take To Break Your Heart? klinken leuk en luchtig, maar ook dertien-in-een-dozijn. En ook de gladgestreken mix van piano en gitaar in langzamere liedjes als Starfucker en Little Window is aangenaam, maar weinig bijzonder. Daarnaast is Finneas een saaie zanger. Op zijn best klinkt hij als Bon Ivers Justin Vernon, als die louter in bariton zou zingen. Zoals de zanger van Inhaler altijd het zoontje van Bono zal blijven, zo blijft Finneas altijd het broertje van Billie.