Van hier en nu naar Joy Division, en weer terug.
David Balfe uit Dublin brengt een ode aan de vriendschap. Meer specifiek: aan de verbondenheid en liefde die een man voelt en altijd zal blijven voelen voor de mates met wie hij opgroeit. De vriendschappen die zich op en rond het voetbalveld afspelen, op de dansvloer van een illegale rave, in de naar zweet en pis stinkende kelder die je trots het oefenhok van je band noemt, in de pub tegen sluitingstijd, op het schoolplein weet je nog wel, in de kebabzaak om de hoek die altijd tot laat open is, zelfs als ie eigenlijk al dicht is, op de begrafenis van een verloren vriend. Hoe lang het ook geleden was, het zal altijd voelen als de dag van gisteren, en het gesprek wordt meteen weer opgepakt.
Alleen… die maat is dood. Paul Curran, de vriend over wie al Balfe’s songs gaan, is dood. Hij pleegde drie jaar geleden zelfmoord. Als tieners speelden Curran en Balfe samen in lokale punkbands als Plagues, The Branch Becomes en Burnt Out; februari 2018 zag Curran geen uitweg meer. Zijn dood hing als een donkere schaduw over het debuut van The Murder Capital (When I Have Fears) en zette ook Balfe’s leven op z’n kop. Balfe werd For Those I Love. Het gelijknamige album For Those I Love is zijn ontroerende relaas.
Eind vorig jaar landde debuutsingle I Have A Love (‘and it never fades’) nog zonder deze voorkennis in de hippere playlists, ja, ook de mijne. Want Balfe is behalve een voorganger in rouw ook gewoon een hele coole, eigentijdse en innemende muzikant/rapper/dichter, die met één been in de Britse rave-cultuur staat (en post-rave, zoals Burial en Jamie xx) en met het andere in de door The Streets, Plan B, Dizzee Rascal en Slowthai vormgegeven Britse hiphop, terwijl het hart een wild punkritme slaat en hij met z’n hoofd het liefst in de boeken en dichtbundels zit. Hoor hem praat-rappen, langzaam, gearticuleerd, in een plat, omfloerst Iers accent. Hoor de echo’s van een verlaten rave afsterven. Volg hem naar de pub, naar nachtclubs, warehouses, football pitches…
Schilder een tafereel in sferen van Roddy Doyle, Irvine Welsh, Trainspotting, This Is England, Beats… en de wereld van Balfe vouwt zich vanzelf voor je open. ‘Geezers need excitement’, om met Mike Skinner te spreken. Je hoort ze lachen, dollen en praten, Balfe, Curran en de andere mates uit Dublin, een intiem kijkje in een verloren leven. De levensvreugde spat er nog vanaf op die momenten, net als elders overigens de woede en frustratie over de gentrification van hun stad, de groeiende sociale en economische ongelijkheid en het verval van oude waarden als solidariteit en gemeenschapszin (hier komt Doyle om de hoek kijken).
Muzikaal is Balfe al net zo uitgesproken. Een geval apart. Check de playlist waarmee hij zichzelf neerzet op Spotify. Scott Walker naast Dizzee Rascal, Casiotone For The Painfully Alone naast Mobb Deep. Bonnie ‘Prince’ Billy, Mount Eerie, Daniel Johnston, Arab Strap, Richmond Fontaine, Christian Lee Hutson, een hele reeks droefsnoeten trekt in een statige parade voorbij, afgesloten door nationale (Ierse) folkhelden The Clancy Brothers en eigentijdse traditionalisten als Damien Dempsey en A Lazarus Soul uit het Dublin waarin Balfe en Curran opgroeiden – not your average rapmenu. Het voorlaatste nummer in zijn lijst is een snoeihard postpunknummer. Joyrider van Burnt Out, de band van zijn vriend die hij nooit zal (kunnen) vergeten.
In de voorlaatste song op zijn debuut, You Live/No One Like You, een nummer dat je echt naar adem doet happen, gloedvol en troostrijk als die ene schouder op de begrafenis, schetst hij de impact van het verlies. Paul Curran is bij hem, altijd en overal, waar hij ook gaat. Omdat ie zo mooi is en zoveel zegt over het leven en de gedachtenwereld van David Balfe, verwijs ik graag naar de volledige tekst, maar niet zonder u eerst op de volgende frase te wijzen:Â
 ‘You live in A Lazarus Soul
In the Dubliners’ songs of old
And the Pogues
The art that never grows old’
(…)
 ‘You live in Keats
The Liffey littered with Grogan’s seats
And Disorder by Joy Division forever on repeat’
Ik zou meer songs kunnen noemen. You Stayed/To Live, dat voortborduurt op I Have A Love, maar dan ritmischer. The Shape Of You, met iets wat live een pompende housefinale zou kunnen zijn. Ik zie de Bravo al deinen. Top Scheme, met een bleepy productie die niet op Hyperdub had misstaan. Birthday/The Pain, weer met datzelfde thema:
‘The world is a cruel cruel place without the love
So well spend the rest of our life being brave,
And hope that things will change,
And age will still mark the time in the same way,
But I’ll hold on a little tighter,
To the love of my mates,
Forever and a day’
En dan de reprise van I Have A Love in de finale, Leave Me Not Love:
‘And there’s rain
Dear god there’s rain
That will never go away
There’s days and days of every kind of pain
Nothing stays the same
Other than the never ending weight of shame
And there’s shame
Dear fucking god there’s shame
It’s that Dear James excess pain that stays
What happened to my best mate?
I have a love
And it’s full of pain’
Famous last words. Als jullie nu ook de plaat op Spotify opzoeken (die overigens al anderhalf jaar in een vinyloplage van 300 circuleert, aanvankelijk alleen bedoeld als troostbrief voor familie en vrienden, maar nu, ondanks aanvankelijke twijfels bij Balfe, pas echt rond gaat), ga ik even het brok in de keel wegspoelen.
Cheers!
Oi!