Verwarrende luisterervaring. De nieuwe Mattiel voelt op een bepaalde manier als een postume plaat. Mattiel zelf zal ons hopelijk nog lang trakteren op die kenmerkende rock & soul van haar, maar haar grootste pleitbezorger in Nederland is er niet meer.
Iedere muziekliefhebber met een Twitter-account zal het zich heugen: toen Mattiels nauwelijks opgemerkte debuutplaat ergens in kleine oplage lag te verstoffen, stuurde de Groningse platenboer Jan Kooi onophoudelijk enthousiasmerende tweets de wereld in, net zo lang tot iedereen de muziek van die vrouw op dat paard een kans had gegeven en moest erkennen dat Kooi, zoals eigenlijk altijd, gelijk had. Naar Georgia Gothic luister ik met twee paar oren. Klinkt potsierlijk, maar zo ervaar ik het werkelijk. Op de eerste plaats, gek genoeg, zijn er de oren van Jan – of althans mijn interpretatie daarvan. De uitstapjes richting radiopop bevallen deze oren maar matig. Maar als Mattiel haar strot optrekt, als ze zingt alsof ze zich onbespied waant, ergens op een eindeloze vlakte, en die eindeloosheid volledig probeert te vullen met volume en intensiteit, dan gloeien ze, die oren. En dan zijn er mijn eigen oren, die dezelfde stem oppikken, maar ook de gloed die de stem versterkt. Het raakt me diep.