Dit twintigste album van het vanuit Groningen opererende Friese mirakel Meindert Talma is tevens het derde deel van zijn autobiografische boek- en cd-cyclus genaamd Nederlands Onbekendste Popster. Over de eerste herinneringen aan zijn vriendin, eerste huis, piano zonder stroom en een kind. Lieve of ronduit hartverscheurende liedjes ook over zijn bandleden (net als destijds bij Sonic Youth en Blondie zit er een echtpaar in zijn band) en het tragische leven van zijn in 2002 uit het leven gestapte geluidsman (en bassist van punkband Dandruff!!) Jan Heddema.
Ontroerend mooi en gênant eerlijk is Heit En Mem, een countryliedje waarin hij zingt dat zijn ouders hem hebben willen behoeden voor teleurstellingen als hij zijn muzikale carrière zou doorzetten. Ze hadden puur uit liefde voor hun zoon veel liever gezien dat hij journalist of leraar was geworden. Letterlijk zeiden ze: ‘Daar moet je niet aan beginnen, jij vindt geen emplooi met jouw zingen / De zang is vals, de teksten vaak kwetsend.’ Hij heeft het dus niet van vreemden.
Maar Talma ging niet voor een vaste baan, zette door en werd naast Nederlands onbekendste popster ook de snelst herkenbare. Juist vanwege zijn eigengereidheid: de boel rijmt niet altijd, qua lettergrepen komt het soms wat onhandig uit en Talma houdt er een eigen wetenschap op na over hoe klemtonen daadwerkelijk horen te klinken. Maar zijn verhalende teksten zijn altijd bijzonder, omdat ze ontroeren, schuren, een glimlach boven toveren of gewoon in drie minuten een compleet oprechte biografie ophoesten. Steeds van mensen die hem na aan het hart liggen, zoals de beeldend kunstenaars die ooit artwork voor zijn hoezen verzorgden: Peter Pontiac, de rock & roll-tekenaar van Nederland, en Gummbah, de lachende nihilist uit Tilburg.
Hoe het die ouders van Talma verder verging? ‘Ze zijn gewend aan hun zoon de muzikant, zijn proza vinden ze niet altijd amusant / Heit en Mem komen bij sommige shows, ze vinden niet alles even mooi.’