De afkraakrecensie van Love In The Modern Age van Josh Rouse eindigde in mei 2018 met: ‘De volgende keer kan het echter allemaal heel anders zijn bij Rouse.’ Dat is het geval met Going Places, al wordt het waarschijnlijk nooit meer zoals in de begintijd van de Amerikaanse singer-songwriter, toen hij zo’n kwart eeuw geleden hier benoemd werd tot ‘de ongekroonde koning van de softpop’.
Rouse zal ook zelf ingezien hebben dat het gebruik van een vocoder en een waterige synthesizer op Love In The Modern Age niet heilzaam was voor zijn popliedjes. Ongetwijfeld zal de in Spanje wonende Rouse eveneens geconcludeerd hebben dat het bij hem aan inspiratie ontbrak bij teveel songs. Going Places voldoet in dit opzicht wel. Rouse heeft, afgezien van de gemakzuchtige tekst van She’s In L.A., werk gemaakt van zijn veertiende plaat. Dat deed hij deels met Spaanse muzikanten, al kan hij zich getuige het tedere liefdesliedje Indian Summer in zijn eentje uitstekend redden met een elektrische gitaar en een mondharmonica. In andere songs siert hij zijn softpop op met onder meer een orgel, saxofoons en conga’s. Een andere topper, The Lonely Postman, klinkt als Buddy Holly in een uitgelaten bui. En She’s In L.A. zou perfecte, vaag naar J.J. Cale gemodelleerde westcoastpop met een dobro geweest zijn als die tekst geen storende factor was. Love In The Modern Age scoorde een 4.5, Going Places drie punten meer.