ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Cursive – een Amerikaans kwartet dat zich aan de linkerzijde van het segment handhaaft (ergens tussen indierock, emo en pop) – heeft voor Happy Hollow juist toeters en bellen ingekocht om de grillige, theatrale liedjes eens lekker op te kloppen. Neem opener Opening the Hymnal/Babies, waarin een vijfkoppige blazerssectie de bolle wangen laat leeglopen tijdens een snerende openingszucht. En valt het nummer na dertig seconden plotseling stil, dan klinken gelijk de bellen. Misschien wel ter uitgeleide van celliste Gretta Cohn, die – op het vorige album The Ugly Organ nog nadrukkelijk aanwezig – hier aan haar eigen strijkstok is blijven hangen. Ze lijkt geslachtofferd door bandleider, zanger en gitarist Tim Kasher (ook The Good Life), niet iemand die blijft steken in goede gewoonten. Op Happy Hollow bouwt hij verdienstelijk verder aan zijn dissonante gitaarliedjes. Naast eerder genoemde blazerscoup (in Retreat! klinkt het zelfs een tikkie jazzy) zet Cursive er in tempo en intensiteit een tandje bij en neigen Kashers gruizige zanglijntjes (gitarist Ted Stevens doet ook een duit in het zakje) nog meer naar pop dan voorheen. Ook de teksten hebben een universeler bereik. De verhaaltjes betreffen niet direct de huiselijke kring, maar handelen over dromen die aan diggelen gaan, over het conservatisme binnen kleine Amerikaanse plattelandsgemeenschappen en, daar al dan niet aan gekoppeld: religieuze vraagtekens. Voor wie zichzelf de traktatie op deze met sarcasme en ironie doorspekte schrijfselen niet gunt, is er het reprise-nummer Hymns For The Heathen, waarin de thema’s beknopt worden samengevat. Zo is dit prachtige bijna-concept in alle opzichten makkelijk(er) te behappen. Alleen de sjeu, die gaat er als gevolg daarvan wel wat eerder af. RIENK WOPEREIS