Curieus: op de rug van de dubbel-cd staat alleen de titel van de plaat. Geen Metallica. Alsof de band wil zeggen: ‘Je weet toch wel dat ie van ons is’. En zo werd hij ook de markt ingeslingerd. Met veel bravoure, zoals we dat kennen van Hetfield, Ulrich en . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
De release van een Metallica-album – zeker als dat het eerste in acht jaar is – houdt de gemoederen bezig: hoe is de productie (het voornaamste struikelblok van de vorige platen)? Lijkt de hoes niet op die van een andere plaat (Odd Fellows Rest van Crowbar)? En dat terwijl de Metallica-releases sinds midden jaren negentig geen hogere muziekwiskunde meer bevatten. Vandaar dat de vooruitgesnelde verhalen, net als de eerste single (en plaatopener) Hardwired, met ingehouden gejuich werd ontvangen: Metallica greep terug naar de old school thrash! Ook het tweede nummer, Atlas, Rise!, knalt er ouderwets in met een monsterriff en een lekker sloganesk refrein. Maar eigenlijk gaat het alweer verkeerd bij Now That We’re Dead. De dadendrang haalt het liedje in en er blijft een nummer over dat te lang duurt, zonder einddoel. Ook Moth Into Flame en Halo On Fire staan bol van de ideeën, maar daar weet de band nog goede nummers uit te destilleren. Het gaat vooral fout op de tweede schijf, bij Confusion en ManUNkind. Hardwired… To Self-Destruct helt over van de ideeën, riffs, solo’s en tempowisselingen. Dit levert een plaat op die tachtig minuten duurt, maar ook een handvol nummers dat met meer zelfkritiek de helft korter had kunnen duren en zo tweemaal zoveel impact zou hebben. Wanneer Metallica de versnelling hoger vindt, zijn ze op hun best, dat bewijst ook afsluiter Spit Out The Bone. Alsof de band zich beter voelt naarmate de ballast verdwijnt. Misschien wel de ballast van hun meest succesvolle plaat. Hardwired… is het beste Metallica-album in twintig jaar. Maar eigenlijk is dat ook niets wereldschokkends.