Geen gouden klokken of villa’s vol bitches. Nee, het favoriete moederskindje van Engeland laat zijn publiek tijdens concerten ‘fuck toxic masculinity’ scanderen. Loyle Carner is de anti-50 Cent, de anti-Andrew Tate. Een rapper die adviseert om je moeder nog eens een knuffel te geven en dat etterende gevoel in je onderbuik onder ogen te komen.
Als we de bombastische voorganger Hugo (2022) even vergeten, zouden we het repertoire van de knuffelbrit als drieluik kunnen beschouwen. Op Yesterday’s Gone (2017) was Benjamin Coyle-Larner 22 jaar oud, een lieve jongen die hier en daar nét buiten de lijntjes kleurde, hongerig naar wat het volgende hoofdstuk van zijn leven te bieden had. Op Not Waving, But Drowning (2019) werd een Loyle midden in de twintig geconfronteerd met de bijbehorende vragen. Nu staat op Hopefully! een volwassen man op, die zichzelf zowel muzikaal als tekstueel zelfverzekerd en uitgekleed in de ogen kijkt.
Ook volgroeid stelt de rapper zich nog volop levensvragen – dat houdt nu eenmaal nooit op en dat is oké. Carner lijkt strenger voor zichzelf dan voorheen, iets dat hij zichzelf oplegt nu hij twee kids heeft: ‘It’s about time that I learnt some patience, just to give it to him.’
Voor de hooks vliegt Loyle ditmaal geen Tom Misch of Jorja Smith meer in, die neemt hij gewoon zelf voor zijn rekening. Dat kan een volledig hiphopalbum een lange zit maken, als een eentonig krantenartikel van meerdere pagina’s, maar maakt Hopefully! tot Carners sterkste plaat tot nu toe.
Een hiphopalbum, stel ik net, maar is het dat eigenlijk wel? Soms lijkt het alsof de Londenaar ons in slaap sust, een wiegeliedje. Instrumentaal horen we niet veel meer dan Loyle, piano, gitaar, een drumstel en hier en daar en verdwaalde synth. Op Horcrux wordt gerapt, maar stuurt de begeleiding weg van hiphop. Instrumentaal komt de boom-bap van Lyin dichterbij hiphop, maar neemt hij vocaal afstand van het genre.
Hopefully! balanceert hemelse hooks en woorden die deze verhalenverteller kwijt moet, eerlijk en zonder een vooraf opgelegde identiteit. Op een van de muzikale hoogtepunten van het jaar krijgt Benjamin Coyle-Larner eindelijk gelijk: hij is geen rapper.