Je kunt je afvragen waarom The Fauns nooit zijn komen bovendrijven in de poel van Britse shoegazebandjes. Aan de muziek ligt het niet, want die is van een constant en hoog niveau. Mogelijk ondervinden ze concurrentie van hun inspiratiebronnen (bijvoorbeeld Slowdive en Ride), die intussen vrijwel allemaal uit de as zijn herrezen.
Ondanks dat ze pas in 2007 aanhaakten in het land van distortion en fuzzy gitaren zijn ook The Fauns tien jaar uit beeld geweest. ‘We have reemerged from our secret bunker.’ Ze volgen ook een meer recente shoegazetrend door gitaren enigszins te sidetracken ten faveure van synths en andere elektronica. Hoorden we op hun eerste twee albums nog prominente – en vooral langgerekte – fuzz-wah-effecten, ditmaal vormen de synth saturated jaren tachtig het vertrekpunt. En als er al een gitaar wordt bepoteld is dit doorgaans jangly.
Zelfs de namen van de nummers zijn naar de jaren tachtig herleidbaar. Zo verwijst Mixtape Days naar die 120 minuten durende cassettebandjes die we destijds onderling uitwisselden. En ook de discotheek lijkt terug op de kaart. Niet alleen The Fauns bezingen dit uit zwang geraakte fenomeen in Dark Discotheque, ook The Jesus And Mary Chain trekt het op hun aankomende album uit de mottenballen. Maar met of zonder gitaren, ook op How Lost zijn The Fauns gewoon weer verrukkelijk.