Een blad. Een boom. Een klank. Een gitaar. Een ritme. Een stem, vederlicht maar toch ook zwaar. Een andere stem, mannelijk, zwaarder en ook lichter. Een klarinet. Een liedje, een schok, een intermezzo. Een kamer in Engeland, in Texas, drie mensen. Een AI ook, echt waar, die iets doet met zinnen van Laurie Anderson.
Emily Cross zingt en ze houdt van de dood. Of eigenlijk het leven. Het zit er vol mee. Als een plant in zo’n filmpje dat zowel versneld als vertraagd lijkt, opkomend, uitrollend, uitvouwend.
Hoe het begint. Vol details, striemende regens, van links naar rechts. Geroffel op een drum, in verte, prachtige stem, helder en serieus en dan ondersteund door die andere, zwaarder maar niet duister.
Jonathan Meiburg houdt van vogels, schreef er een boek over, vernoemde er eerder een band naar. Dit is niet alleen zÃjn band – maar zijn vingerafdrukken zijn overal en hij geeft de plaat zijn vleugels.
Affinity. Prachtnummer, een drum als een aanmoediging, de titel komt voorbij. Het staat er vol mee. Strijkers als wervelende sterren in Unbraiding. De sensatie van mensen samen, in een kamer. En dan plots een mens alleen. Turnaround, het einde, een gitaar en een stem en een melodie. Een blad. Een boom. Een plaat. De derde. De beste.