Toen Marie Ulven op een morgen uit onrustige dromen ontwaakte, ontdekte ze dat ze in haar bed in Brandon Flowers was veranderd. Met haar debuutalbum sorteert girl in red voor op de grote podia die ongetwijfeld in het verschiet liggen. Het is nogal een stijlbreuk met haar vroege werk.
De afgelopen jaren maakte ze sympathieke, iets rammelende indiepopliedjes, die klonken alsof ze in de slaapkamer waren opgenomen en veroordeeld leken tot een leven in bovenzaaltjes en muziekcafés. Tot haar eigen verbazing werd ze al snel gids en steunpilaar voor wagenladingen jonge mensen in hun zoektocht naar identiteit. Dat is niet moeilijk te verklaren: girl in red is sterk, zelfstandig en cool, maar ook onhandig en geregeld slachtoffer van haar eigen stommiteiten. Ze beschrijft haar weg naar volwassenheid oprecht, helder en intelligent. Dat doet ze ook op If I Could Make It Go Quiet, maar dan uptempo en euforisch, volvet geproduceerd en voorzien van kilo’s galm. Niet bepaald muziek die zijn geheimen pas na enige tijd prijs geeft: het is direct duidelijk wat de aantrekkingskracht is – en waarom het bij een bepaalde groep muziekliefhebbers in het verkeerde keelgat zal schieten. Ik moet bekennen dat ik tot die tweede groep behoor, al is het fascinerend hoe de intieme, persoonlijke teksten over depressie, dwangneuroses en een niet bepaald geromantiseerd liefdesleven wringen met de larger than life-stijl.