ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Achter Jupiter zitten zoals we van Blaudzun gewend zijn duizend-en-een gedachtes, de een nog diepgaander dan de andere. Maar dat de grootste planeet van het sterrenstelsel eens in de drie jaar kruist met Venus, waardoor het net lijkt alsof de twee tot één hemellichaam fuseren terwijl ze eigenlijk mijlenver van elkaar afstaan, is niet zo belangrijk. Nee, Jupiter werd vooral geboren uit de drijfveer om muziek te maken, zo veel en zo snel mogelijk. Doorgaan, doorgaan, doorgaan. Spelen, opnemen, afvinken. Deel 1 van dit albumdrieluik was Blaudzuns meest urgente plaat tot nu toe. Met zijn vernieuwde band rockte hij losser dan ooit tevoren. De teksten waren simpeler en de muziek – voorheen vaak zo pompeus – was bijna even dansbaar als die van Haty Haty, zijn samenwerking met David Douglas. Alleen de laatste songs van de plaat, Don’t Waste The Shadow en Rotterdam, hadden iets van de zwaarte van Heavy Flowers en Promises Of No Man’s Land. Door dat slot, maar ook door de pikzwarte hoes, verwacht je dat Jupiter Pt. II een terugkeer is naar de topzware, barokke Blaudzun. Gelukkig is dat niet het geval. Nog steeds druipt de urgentie van Sigmonds muziek af. En hoewel juist deel 1 deels geïnspireerd was door zijn echtscheiding, lijkt de zanger pas op deze tweede de boosheid van zich af te spelen. Hoewel nummers als Mud en Tear Gun weer prettig repetitief voort marcheren, donderen de drums, brult de saxofoon, dreigen de gitaren en knetteren de synths heftiger dan ooit tevoren. Helaas gebeurt dat dus wel weer binnen de welbekende grenzen die Blaudzun nu al jaren van zichzelf respecteert. Vrijwel al zijn liedjes lopen bijvoorbeeld in hetzelfde tempo. Op deel 1 mocht het een stuk losser en voor Jupiter Pt. II mocht alles een stuk harder. Hopelijk mag het op de volgende allemaal eens écht kapot.