Het was collega en mede-bad mouth Lily Allen die verwoordde wat velen dachten: dat Mathangi Arulpragasam, bij het niet-Hindi sprekende deel der mensheid beter bekend als M.I.A., maar één verhaal te vertellen had: dat van een exotische, rappende versie van Swiebertje, die snel de vergetelheid in . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
‘M.I.A.’s back with power power,’ zingt ze in de fantastische albumopener Bamboo Banga. Daar is geen woord van gelogen. De Sri Lankaans-Britse rapper/producer bewijst met name op de eerste helft niet alleen dat ze opnieuw in staat is een perfecte melting pot te maken van de rauwe dansmuziek uit de slums van de Derde Wereld en de grime en hiphop uit Engeland en de VS, ze vindt zichzelf met hulp van producers Switch, Diplo en Timbaland ook opnieuw uit. Daarvoor reisde ze de hele wereld over, van India via Liberië naar Trinidad. Met ‘more records than the KGB’ kwam ze alleen de VS niet in. Natuurlijk heeft al dat reizen gevolgen voor haar sound: de baile funk met hiphop van Arular is op het naar haar moeder vernoemde Kala nauwelijks nog te bekennen. Alleen op XR2 horen we die aanstekelijke Braziliaanse favelaklanken nog terug. Daarvoor in de plaats komt een hoogst explosieve mix van tribal drums, ragga, dancehall, hiphop, electro en grime die ronduit zinderend is. Luister maar eens naar het, eh, ziekelijk aanstekelijke Bird Flu, met een sample van een haan, de discocover Jimmy van een obscure Hindizangeres of het introverte, met pistoolschoten opgeleukte Paper Planes. Van wat jatwerk is ze daarbij niet vies. Zo horen we niet alleen fragmenten van The Clash, The Modern Lovers en New Order langskomen (grootschalige piraterij is tenslotte doodnormaal in de bezochte landen), maar leent ze complete zinnen van de Pixies’ Where Is My Mind? in het zuigende 20 Dollar. Het is, samen met het nota bene door Timbaland geproduceerde Come Around, een van de weinige mindere tracks op een plaat die minstens net zo overtuigend is als haar toch al zo geweldige debuut. JASPER VAN VUGT