ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
De sfeer op de laatste paar platen van de Britse was er een van een heerlijk lome zomer die eindeloos lijkt te duren. Dat kwam enerzijds door haar stem, die – hoewel soms balancerend op het randje – een warme, troostrijke kwaliteit heeft. Anderzijds waren het de zacht tokkelende gitaren, aangevuld met strijkers, percussie of mondharmonica, waarin haar zang prettig was ingebed. Folkliedjes met een vleug melancholie en een goeie dosis zorgeloosheid. Dat laatste zit onmiskenbaar in het energieke openingsnummer Snow en het spannende Moon. Ook 1973 is een fijn, nostalgisch liedje over haar jeugd, met een onderkoelde discobeat. Daarna verdwijnt het tempo uit de plaat en weet ze het momentum niet meer terug te winnen. De tijd lijkt wat vat te hebben gekregen op het stemgeluid van Orton, dat soms geforceerd klinkt. Lovenswaardig is het als artiesten niet steeds hetzelfde kunstje herhalen en het eens over een andere boeg gooien. Toch is er de stille hoop dat Orton voor de volgende plaat gewoon weer haar gitaar uit de kast haalt.