Konden we de recensie van het vorige Queens Of The Stone Age-album – en dan hebben ’t over Era Vulgaris en zes jaar geleden – nog beginnen met een triomfantelijk ‘Hoera, hij is weer hard, strak en lekker!’, ditmaal hangt de vlag er beduidend anders bij. Halfstok, zouden we bijna zeggen, want …Like Clockwork is de vrucht van misschien wel de zwaarste en donkerste periode uit het leven van zanger/gitarist/boegbeeld Josh Homme (waarin een opeenstapeling van psychisch en fysiek malheur culmineerde in een bijna-dood-ervaring op de operatietafel) en ja, dat heeft zo z’n stempel gedrukt op de muziek.
Kort en goed: liefhebbers van het betere elastisch repeterende no-nonsense-beukwerk (strak, snel, droog en staccato) moeten dezer dagen misschien maar wat andere plaatjes checken. Op …Like Clockwork regeren kwetsbaarheid, onthechting en existentiële vragen, muzikaal ondersteund door caleidoscopische panorama’s en theatrale gitaarrock op – gemiddeld – laag tempo. En er zijn piano’s! En ook nog eens opvallend veel gastbijdragen, van zowel onverdacht (Dave Grohl, Mark Lanegan, Nick Oliveri, Alex Turner) als onverwacht volk (Elton John, Trent Reznor, Scissor Sisters-voorman Jake Shears).
In elk geval was de vooruitgesnelde driekwartsstamper My God Is The Sun niet direct representatief voor …Like Clockwork; het muzikale Umfeld ligt hier en daar toch echt dichter bij Pink Floyd (Vampyre Of Time And Memory, het titelnummer) en David Bowie (Kalopsia, Fairweather Friends) dan bij zaken als stonerrock (waartoe je, met wat sjoemelen, misschien alleen I Sat By The Ocean en Smooth Sailing zou kunnen rekenen). Dat alles betekent niet dat …Like Clockwork geen boeiende plaat is. Integendeel, geen enkel QOTSA-album was ooit zo kleurrijk, gelaagd en melodieus.
En wie de moeite neemt om in Homme’s soms behoorlijk openhartige teksten te duiken, snapt al snel waarom deze plaat klinkt zoals ie klinkt. De slepende, paranoïde opener Keep Your Eyes Peeled (‘If life is but a dream, wake me!’), het bijna radeloze Vampyre Of Time And Memory (‘I want God to come / And take me home / ‘Cause I’m all alone / In this crowd’) en het al even vertwijfelde I Appear Missing (‘Pieces were stolen from me’), het zijn songs waarvan de thematiek doorklinkt in de muziek. Nuancering als noodzaak. Een ‘ouderwets’ potje louterend stampwerk was hier simpelweg ongepast geweest. Maar de grillen van circus QOTSA kennende, wordt dat live straks onbedaarlijk goedgemaakt. Of anders wel op een volgende plaat. Voor nu zeggen we: QOTSA is terug en da’s mooi.