Op haar zesde plaat Lotus schakelt Little Simz vliegensvlug tussen diepe emotionele dalen en hoge hoogtes. Het ene moment horen we haar – vergezeld door sombere strijkers (Hollow) – uiterst introspectief rappen over de nadelen van succes in de muziekindustrie, luttele seconden later horen we een vrolijk tokkelende funkgitaarlijn en stelt Simbi Ajikawo vol zelfverzekerdheid de retorische vraag ‘have you ever seen a young black woman so fly?’ (Lion).
Zo is ongeveer de helft van Lotus een uitbundige victory lap en behoort de andere helft tot het meest ingetogen werk dat de Britse rapper tot nog toe uitbracht. Dat eerste is in ieder geval niet onverdiend, want Little Simz heeft de afgelopen jaren genoeg gepresteerd om te vieren. Haar voorlopige magnum opus Sometimes I Might Be Introvert (2021) won de prestigieuze Mercury Prize (en bereikte ook de top van OOR’s minstens half zo prestigieuze Eindejaarslijst) en de snel daarop uitgebrachte opvolger No Thank You (2022) deed kwalitatief weinig voor zijn voorganger onder.
Waar die twee platen zich nog herkenbaar in hetzelfde muzikale universum bevonden, klinkt Lotus als een wedergeboorte, vooral wat betreft de intensere nummers. Daarin flirt Simz met rock, zowel progressieve (openingssalvo Thief en Flood) als indie (praatzang-banger Young). De drums daveren als een oorlogstrommel en de gitaren zitten hoger en prominenter in de mix dan ooit tevoren. Dat de rem af en toe stevig wordt ingetrapt, zou in mindere handen voor een wisselvallige plaat kunnen zorgen, maar met dank aan Simz’ ijzersterke teksten en voordracht blijft het geheel consistent.
Tegen het einde van de plaat is het bombastische titelnummer, met uitstekende bijdragen van Michael Kiwanuka en Yussef Dayes, een makkelijk te markeren hoogtepunt, maar de twee rustige tracks die het geheel vervolgens afsluiten maken het album écht af. Dat Little Simz een rapper op de top van haar kunnen is wisten we al, maar nu begint het er toch op te lijken dat er geen enkele stijl is die ze zich niet moeiteloos kan aanmeten.