Thrice doet iets wat maar weinig bands kunnen: met iedere plaat beter worden. En dus is Major/Minor, album nummer zeven, het beste van het viertal tot nu toe. Alleen openingstrack Yellow Belly al. Een op het eerste gehoor recht-toe-recht-aan rocknummer waar door de ingenieuze opbouw zoveel . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Juist het contante tempo levert een bijna hypnotiserende sfeer op, bijeengehouden door de bezwerende stem van Dustin Kensrue. De zanger levert zijn beste prestatie af sinds The Artist In The Ambulance (2003). Muzikaal mag de band meer leunen op melodie en sfeer dan op power, Kensrue vindt op Major/Minor juist weer iets terug van de kracht die zijn stem had toen Thrice nog een posthardcoreband was. Niet dat hij weer is gaan schreeuwen, maar het is alsof hij het ondraaglijke leed dat op Beggars op zijn schouders leek te rusten – luister alleen maar naar All The World Is Mad van die plaat – van zich af heeft geworpen. Het zorgt voor een album dat minder desolaat aanvoelt dan zijn voorganger, een album bovendien dat door nummers als Cataracts en Words In The Water het beste van Thrice is. Maar dat komt eigenlijk niet als een verrassing.