Goed nieuws. Na ruim een decennium noeste arbeid krijgt het Haagse trio Cooper loon naar werken: een platencontract bij het Kung Fu-label van Vandals-bassist Joe Escalante . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Dik verdiend. Helemaal – of vooral – omdat hun vierde cd Makes Tomorrow Alright een punkpopplaat is waar je anno 2005 nog eens van wil opgloren. Dat zit ‘m in de compactheid van de liedjes. Puntige gitaartunes met dwingend drumwerk, lekker mollige basloopjes en gitaren die op het juiste moment net even dat andere akkoordje aanwijzen. Best wel eigenwijs. Geldt trouwens ook voor de (harmonische) zangmelodieën: bijzonder catchy maar niet direct beproefd.
Hadden de straffe riffs op het oude werk nog een neiging richting punkpop à la Therapy?, tegenwoordig biedt het referentiekader vip-ruimte aan All en Descendents. En voordat we al te uitbundig richting loepzuivere goed-nieuws-recensie feesten, plaatsen we daar even een klein rood kringetje. Want in essentie beresterke nummers als Sweet Precious Time, Somehow en Every Single Time worden door dat kader toch een beetje overschaduwd. Als een kras op de glanslak. Maar wat wil je, als Bill Stevenson (juist, die van All en Descendents) naar Den Haag komt om je plaat op te nemen, kun je er van uitgaan dat er niet alleen onderbroeken in zijn koffer zitten, maar ook bergen expertise. Verleidelijk. Bovendien behoren diens luchtige punkproducties tot de lekkerste op aarde. Staat Cooper dan ook prima. Beter dan die van Tom Holkenborg en Michel Schoots (Urban Dance Squad) op hun vorige albums. Dus de blijdschap overheerst? Tuurlijk, doet u maar een glaasje. RIENK WOPEREIS