ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Kijk, zo doe je dat.’ ‘Pfff, dat lukt me nooit! Zeg, waarom kom je niet bij mij in de band?’ ‘Tja, waarom eigenlijk niet?’ Zo zal het ongeveer gegaan zijn bij Mystery Jets. Vier ventjes van amper twintig jaar en een man van vijftig-plus in één band. Gimmick? Zelfs de meest vooruitstrevende a&r-manager zal een dergelijke combinatie nooit in z’n hoofd halen. Ze komen van Eel Pie Island, een eilandje in de Thames vlakbij Londen met circa 120 inwoners, dus vandaar dat ze een beetje wereldvreemd zijn. In het thuisland worden ze al een tijdje gehyped, maar nu mogen wij ook voor de bijl. En terecht. Blaine Harrison zingt de meest wonderlijke teksten over de meest wonderlijke folkpop (geschreven door hem en zijn vader Henry). Je hebt de wereld aan je voeten (Purple Prose) en je mag best toegeven aan je zwaktes (You Can’t Fool Me Dennis, over een vriend die mooi weer speelde terwijl hij terminaal ziek was). De liedjes zijn verbroederend, gelukmakend en hoopgevend, maar ze bieden ook troost. Zo zingt Blaine in The Boy Who Ran Away ‘he knows there is no hope / Only solace in the words of this song.’ Het zijn überoptimisten: elk liedje is een vrolijke meezinger en -klapper, zonder dat het quasi-religieus à la The Polyphonic Spree wordt. Wat een onschuld, wat een blijdschap. Making Dens is het bewijs dat de wederopstanding van de Britpop meer te bieden heeft dan rammelrockbandjes en drugsverorberende poëten. YORICK BUWALDA