Het is alsof The Innocence Mission in een eigen tijdlijn bestaat die slechts af en toe de onze raakt. Dit is album nummer dertien van de Amerikaanse folkgroep. Dertien, jawel. We spreken hier over een band in zijn vijfde decennium, maar het had ook een debuut kunnen zijn, of een lang verloren opname uit een ver verleden. De ietwat ijle stem van Karen Peris doorklieft een elftal zeer vaardig geschreven folkliedjes, die klinken alsof ze als sneeuwvlokken door de lucht zweven – licht, maar hier en daar ook snijdend en koud.
Een album voor de winter, om je onder te dompelen in de haast achteloze melodieën, zoals in het schitterende John Williams of de lieve, lieve gitaarsolo in het titelnummer. Zo’n plaat waarop alledaagse zaken als kapotte auto’s, overvliegende wolken en bloemen in de winter een tijdloze, nostalgische klank krijgen – alsof we de schoonheid in al deze gewone zaken nét gemist hebben. En we hadden het ook kunnen zien, hadden we alleen maar goed uit onze doppen gekeken. Veertig minuten van dit soort romantiek, dat is het aanbod. Dat kan een mens eenvormig noemen, misschien zelfs saai, maar dat is een kwestie van beter leren kijken en luisteren, naar de drums die worden geaaid, naar de piano die als regen door die liedjes druppelt. Het is de moeite.