ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
In een krap half uur schiet Tricky alle kanten op, kiest in elk nummer voor iets anders, maar vergeet de diepte op te zoeken. Goed voorbeeld? Single Murder Weapon. Een slappe, poppy cover van Echo Minotts rauwe dancehallhit. Voegt absoluut niets toe aan het origineel. En zo is het te vaak op dit negende studioalbum: de ideeën zijn aardig, de uitvoering matig. Uitzonderingen zijn er ook. En juist daar laat Tricky zich niets gelegen liggen aan zijn – aan die keukentafel in Parijs gevonden – inzicht. Bristol To London is gitzwarte, dreigende grime. Dát is Tricky. Ook de funky electrohiphop (hallo Daft Punk!) van Kingston Logic klinkt aanstekelijk, maar dat is vooral te danken aan Terry Lynn. Het is immers haar nummer (uit 2008) en Tricky mompelt er enkel doorheen. Dat donker mompelen? Doet ie niet al te vaak op dit album. Ja, in het trage, jazzy Early Bird en het saaie Ghetto Stars. Geen onverdeeld succes dus. De gastvocalisten doen het niet beter. De samenwerking met Bobby Gillespie – die een hijgerige Mick Jagger nadoet – zou zelf geen potten breken op de laatste Primal Scream. Nee, alleen de samenwerking met mandolinespeler Hakim Hamadouche klinkt verfrissend, maar meer dan een slappe beat en wat samples voegt de gastheer zelf niet toe. Conclusie? De beste nummers op Mixed Race zijn van Tricky’s muzikale gasten. Hij heeft veel om over na te denken, daar aan zijn keukentafel in Parijs. THEO PLOEG