Spike Island is een comebacksingle uit duizenden en de perfecte albumopener voor het eerste Pulp-album in 24 jaar. Het lijkt bijna alsof er niets veranderd is. Als frontman Jarvis Cocker voor het refrein met ietwat geknepen stem de hoogte in schiet, lijken er slechts 24 dagen verstreken sinds we Pulp voor het laatst hoorden. Maar onder de terugkeer schuilt een intentie.
‘This time, I’ll get it it right’, zingt Cocker. Hij kan niet anders, ‘I was born to perform, it’s a calling’. Want er is iets anders, anders dan twee decennia geleden, iets wat zich gedurende de plaat ontvouwt.
Tina is nog vintage Pulp, een liedje over een ingebeelde relatie met een oude bekende. Ietwat creepy en hé, klinkt Cocker nu ouder in het refrein? Breekbaar? Het blijkt een voorbode voor de rest. In Grown Ups valt het masker af: iedereen wil oud worden, niemand wil oud zíjn en het gras is altijd groener, wacht maar tot je 20, 30, 40 bent, tot ‘you stress about wrinkles instead of acne’ – dan wil je weer terug. Zo gaat het door. Het epische Slow Jam ontaardt in een gesprek met Jezus die ook niet veel kan doen, begeleid door aanzwellende strijkers. Scott Walker was altijd een groot voorbeeld voor Cocker en de zijnen, maar dankzij de soms wel érg keurige en simpelweg mooie productie en arrangementen ligt het er dikker bovenop dan eerst.
In Farmers Market, waarin Cocker zijn aanstaande ontmoet, ligt de kernzin van de plaat verborgen. ‘Ain’t it time we started feeling’, hij fluistert het haast, terwijl de muziek wegsterft. Wat iets later volgt, doet de wenkbrauwen fronsen: een onvervalste indiediscostamper als ware het 1993. Got To Have Love balanceert niet op het randje, maar gebruikt het randje als trampoline om vol overgave in euforische platheid te duiken. Het refrein is de titel en – hij weet het – ‘try to keep a straight face when you say it’, want is het niet zo dat ‘without love, you’re just jerking off inside someone else’? Naast het intro is dit toch ook het statement van een nieuwe Jarvis Cocker, die ‘voelen’ als brandstof gebruikt en ja, soms is dat tacky. En soms is dat prachtig, zoals in hoogtepunt Hymn Of The North, waarin Het Noorden spreekt, mensen uitzwaait en laat gaan, maar belooft: ik blijf hier, kom terug.
Op More horen we een andere Cocker. Een ander Pulp ook, wat ongetwijfeld mede te maken heeft met het overlijden van bassist Steve Mackey in 2023. More luistert als het spiegelbeeld van het getormenteerde This Is Hardcore (1998). Dat komt door de rijke arrangementen, die James Ford in overvloed over en door de liedjes drapeert, en door het lager liggende tempo. Maar het komt bovenal door het feit dat Cocker helemaal centraal lijkt te staan, alleen deze keer niet als introspectieve sloper maar als liefdevolle observant van zichzelf, die ons niet alleen zichzelf wil laten zien maar ons ook wil aanmoedigen om te voelen. Dat leidt soms tot een platitude en een opgetrokken wenkbrauw, maar veel vaker tot een plaat met meer compassie, geduld en zelfvertrouwen dan ooit.
Word nu lid van OOR en ontvang ‘More’ op lp als welkomstgeschenk! Kijk hier voor het aanbod.