‘They’re gonna eat you alive.’ Niels Duffhues doet het erom. We zullen moeten rennen voor ons leven, zo is op te maken uit Wild Animals In My House Blues, een song waarin waanzin tot in het uiterste toeslaat.
Het is vluchten of verslonden worden. Duffhues is een multidisciplinair kunstenaar. Voor het bewust in mono uitgebrachte Murder Call schreef, zong, speelde en produceerde de bijna 50-jarige Bosschenaar alles zelf. De laatste jaren was hij vooral actief met het maken van korte films en soundtracks, hij is tevens dichter en schrijver van korte verhalen, maar dus ook nog altijd singer-songwriter. Wát hij echter ook doet, het blijft donker en duister. ‘My lyrics are so black / You need a flashlight to read them’, zo zong Duffhues al op zijn solodebuut uit 2001. Zijn wereldbeeld is er sindsdien niet veel lichter op geworden, gelet alleen al op openingstrack Buried Alive. Op dit gitzwarte negende liedjesalbum draait het om de slechtste eigenschappen die er in mens en dier schuil kunnen gaan. De luisteraar wordt Duffhues’ eigen schemerwereld ingezogen, of die van een rechercheur met een roeping voor moordzaken en alcohol. Beklemmend zonder knipoog.